Naar aanleiding van mijn blog van gisteren attendeerden een aantal mensen mij op de uitzonderlijke status van de Nobelprijs van Economie; deze prijs is eigenlijk een prijs van de Sveriges Riksbank – de Zweedse Centrale Bank – voor economie ter nagedachtenis aan Alfred Nobel en dus geen officiële Nobelprijs. Het verwarrende is dat de prijs wel wordt uitgereikt op dezelfde ceremoniële gebeurtenis als de andere Nobelprijzen. Ik citeer graag Bernard Lietaer (bron) die dit dubieuze verhaal helder uitlegt:
“Challenging a paradigm in any field is always a risky business. In particular, challenging the monetary paradigm can be interpreted as violating an academic taboo. It somehow gets in the way in being invited to the top conferences or getting published in the most prestigious “peer-reviewed” journals. Let us take as example the most prestigious award of all, the “Nobel Prize in Economics”. Many people ignore that there is a significant difference between that economics prize and the other five established in 1901; the ones in physics, chemistry, medicine, literature and peace. The Economics prize is the only one that wasn’t created by the will of Alfred Nobel, nor is it funded by the Nobel Foundation. Its technical name is the “Sveriges Riksbank Prize in Economic Sciences in Memory of Alfred Nobel”, and it was first awarded in 1969. Its laureates are selected exclusively by the Board of the Swedish central bank, and its funding is coming from the
central bank. Is it surprising that none of the 64 Nobel Laureates in economics so far have made the mistake of challenging the monetary paradigm?”
En Lietaer stelt:
“Paul Krugman told the author personally in 2002 in Seoul, Korea, that he has always followed one piece of advice that his MIT professors had given him: “never touch the money system”. He did get the Nobel in 2008.”
Het disfunctionerende geldsysteem ter discussie stellen schijnt dus een taboe te zijn. Dit roept vragen op. Welke machten willen dit niet? En wat is een Nobelprijs eigenlijk waard als bepaalde essentiële economische onderwerpen niet mogen worden besproken? Zegt u het maar. Ik snap het niet meer…
Dat de Zweedse Centrale Bank de Nobelprijs voor Economie sponsort wist ik niet. Dat alleen economen deze ‘Nobelprijs’ winnen die de klassieke economische school volgen was eerder aan de kaak gesteld door o.a. Adbusters. Iemand als Herman Daly zou nooit een kans maken op deze onderscheiding.
Als Lietaer gelijk heeft met zijn bewering dat er een taboe rust op het ter discussie stellen van de grondslagen van ons huidig economisch systeem, dan betekent het dat er ook poortwachters zijn die dit taboe in stand houden en anderen verhinderen om nieuwe mogelijkheden te verkennen. Die poortwachters zou ik zoeken in de hoek van degenen die het meeste baat hebben bij de in stand houding van het huidige systeem.
Geheel vrij pleit ik mezelf trouwens niet. Ik stel mijn eigen handelingsperspectief ook ter discussie: ik doe zaken met financiële instellingen en betaal belasting aan overheden waarvan ik niet precies weet wat ze met mijn geld doen. Ik kies er voor om gebruik te maken van de euro als ruilmiddel.
Het verlagen van die afhankelijkheid is een ontdekkingsreis op zich.
Mooi verwoord Jan. Niet meedoen is vrijwel onmogelijk. Iedereen is op een of andere manier verbonden met het geldsysteem. Succes met het verlagen van je afhankelijkheid. Groet Martijn
Reblogged this on beconomics and commented:
Wanneer we de economische wetenschap langs dezelfde meetlat zouden leggen als de klimaatwetenschap zouden alle ‘vooraanstaand’ economen werkeloos thuiszitten. De modellen kloppen niet, ze zagen de crisis niet aankomen (zeggen ze) en ze hebben nog altijd geen werkbare oplossingen. Dus modderen we verder op de status quo. De reden: er is teveel belang bij het in stand houden van het huidige systeem. Dit in tegenstelling tot de klimaatwetenschap die juist een bedreiging vormt.