Een paar maanden geleden ontmoette ik Herman Gels voor de eerste keer. Sindsdien hebben we een aantal keer van gedachten gewisseld over geld, bankieren en economisch denken. Deze blog gaat over zijn nieuwe boek getiteld Kapitalisme 3.0: voor een menswaardiger samenleving. In dit toegankelijk geschreven boek pleit hij voor radicale verandering en spoort hij ondernemers aan zelf in actie te komen, en niet (langer) te achten op de politiek, de banken en de wetenschap. Het boek is te koop via Van Stockum internetboekhandel en bol.com; de pfd is gratis beschikbaar.
“Bij structurele onevenwichtigheden moeten we”, volgens Gels, “niet de economische verschijnselen zelf, maar primair onze eigen ideeën en opvattingen herzien” (p131). In dit boek onderzoekt Gels onze opvattingen over neoklassiek economisch denken, markten en geld. Hij uit met name fundamentele kritiek op het huidige marktfundamentalisme. Zijn kritiek is grotendeels gebaseerd op het werk van George Soros. Deze belegger en filantroop heeft onder andere gesteld dat “een van de ernstige tekortkomingen van het mondiale kapitalistische stelsel is dat het marktmechanisme het profijtbeginsel heeft laten doordringen tot terreinen waar het eigenlijk niet thuishoort” (geciteerd in Gels 2015: 206).
Zowel Soros als Gels stellen dat het huidige marktfundamentalisme naïef en onlogisch is, en dat monetaire waarden geen adequate basis vormen voor sociale cohesie. We moeten dus op zoek naar een nieuwe basis. Gels vindt deze basis bij de werken van Rudolf Steiner (1861-1925) en diens sociale driegeleding. Het centrale vertrekpunt van deze maatschappijvisie is een scheiding van het geestesleven, het rechtsleven en het economisch leven. Deze drie gebieden dienen vervolgens gebaseerd te worden op verschillende beginselen. Volgens Steiner en Gels hoort het vrijheidsbeginsel thuis in het geestes- of culturele leven; het gelijkwaardigheidsbeginsel in het rechts- of sociale leven; en het broederlijkheidsbeginsel in het economische of materiële leven. Deze driegeleding met bijbehorende beginselen is de basis van de door Gels aangedragen oplossing.
Vervolgens stelt Geld dat geld veel meer is dan een ruilmiddel. Geld is “een vorm van levensenergie voor het sociale organisme” (p141). Geld moet circuleren binnen en tussen de verschillende gebieden van de maatschappij, en dient te metamorfoseren van kopen, via lenen, in schenken. Om een menswaardiger samenleving te bereiken, dienen we, volgens Gels, inzicht te krijgen in geldstromen. Op deze manier kunnen we evenwicht en gezondheid van het sociale organisme bevorderen of zelfs herstellen.
Na dit politieke en macro economische verhaal, richt Gels zich (in mijn ogen wat plots) tot ondernemers. Zij kunnen verandering realiseren. Gels stelt voor om een kwalitatief ordeningsprincipe toe te voegen aan de huidige, kwantitatieve, balans en resultatenrekening. Dit zou niet alleen leiden tot een andere beeld van de financiële werkelijkheid, maar ook tot andere beslismomenten en beslissingen. Gels stelt voor een materiële deelbalans gericht op objecten en goederen, een sociale deelbalans gericht op afspraken en een culturele deelbalans gericht op ontwikkelingen te introduceren. Elke deelbalans moet afzonderlijk in evenwicht zijn. In detail legt Gels uit hoe deze deelbalansen en resultatenrekening eruit zouden kunnen zien.
Vervolgens keert Gels terug naar politiek en macro economie, en stelt hij enkele radicale maatregelen voor. Zo oppert hij handel in BV’s, NV’s en andere rechtsvormen grondwettelijk te verbieden (p255), een maximum hoogte voor privévermogen en een maximum looptijd voor privévermogen in te voeren (p270), aandelenbeurzen inclusief flitshandel op te heffen (p270), de overgang naar één wereldvaluta te bevorderen (p271) en een behoefte inkomen te implementeren (p272). Voor de meeste van ons zullen dit (te) radicale voorstellen zijn; echter, voor degenen die op zoek zijn naar een nieuw economisch paradigma zijn het interessante openingen.
In het algemeen ben ik het met Gels eens; namelijk, een alternatief voor neoklassieke economisch denken dient ontwikkeld te worden. De mens is geen homo economicus die altijd doelbewust en rationeel in eigen belang handelt en zijn nut voortdurend probeert te maximaliseren. Pas indien we een economisch paradigma hebben dat gebaseerd is op een realistischer beeld van de mens, lijkt de volgende stap in menselijke ontwikkeling mogelijk. Kapitalisme 3.0 is een aanzet om tot een ander paradigma te komen. Ik ben het zeker niet met alle afzonderlijke voorstellen eens, maar denk wel dat Gels zijn denkbeelden meer aandacht en onderzoek verdienen. Ook ben ik zeer benieuwd of de drie deelbalansen in de praktijk werken voor ondernemers. Indien u praktijkvoorbeelden kent, hoor ik het graag.
Beste Martijn,
Dank voor de treffende recensie van Kapitalisme 3.0 !
In reactie daarop wil ik graag nog enkele aanvullende opmerkingen maken.
Zoals je zegt: voor een volgende ontwikkelingsstap behoeven we een nieuw economisch paradigma dat is gebaseerd op een realistisch beeld van de mens. Daar ben ik het hartgrondig mee eens. Maar dan moeten we dat wel concreet maken. En juist dat doe ik onder meer in paragraaf 4.9.7 met het uitgangspunt dat er –vanuit het metamorfosebeginsel- een nauw verband bestaat tussen het intra-menselijk organisme (ons eigen lichaam) en het inter-menselijk organisme (de organisatie op mesoniveau en de samenleving op macroniveau). In bijlage-4 werk ik dat wat verder uit.
De ‘radicale maatregelen’ 1) het grondwettelijk verbieden van handel in NV’s en BV’s, en 2) het opheffen van de aandelenhandel inclusief de aandelenbeurzen, waarop je in je recensie de aandacht vestigt, komen niet zomaar uit de lucht vallen. Ze vloeien logischerwijze voort uit de uitgangspunten in paragraaf 4.9 en anderzijds uit de analyse van het begrip Aandeel in paragraaf 5.3.6.
Kort door de bocht: paragraaf 5.3.6 ontmaskert het Aandeel als een schenking van ontwikkelings-vermogen aan rechtspersonen (BV’s en NV’s). Handel in schenkingen is natuurlijk absurd, zo ook de handel in aandelen.
Nu over de uitgangspunten. Op grond van het uitgangspunt in paragraaf 4.9.8. vat ik een organisatie op als een reëel geestwezen met een eigen naam, eigen rechtspersoonlijkheid, een eigen vermogen, een eigen missie en levensloop, dat een eigen lichaam heeft in de vorm van een organisatie, etc. Zo staat in het Burgerlijk Wetboek 2, titel 1 t/m 9, in artikel-5 over het eigen vermogen van rechtspersonen: “Een rechtspersoon staat wat het vermogensrecht betreft, met een natuurlijk persoon gelijk, tenzij uit de wet het tegendeel voortvloeit.” Dat houdt volgens mij in, dat dit eigen vermogen van een organisatie niet óók tot het private vermogen van de aandeelhouder kan behoren…toch!? Het is van de organisatie of van de privépersoon, niet van beiden tegelijk!
In een organisatie als arbeidsgemeenschap leeft een geesteskind in de vorm van een ideaal, ondernemersidee of missie. Zo’n geesteskind krijgt gestalte door het relationele vlechtwerk van samenwerkende mensen in een organisatie. Het geesteskind is door haar initiatiefnemer(s) in de wereld gezet. Het groeit, ontwikkelt en leeft als organisatie in de samenleving voort door leiding, ondernemer(s) en alle medewerkers. Kortom: de rechtspersoon leeft in de georganiseerde samenwerking van natuurlijke personen. Als ik de natuurlijke wereld net zo werkelijk opvat als de geestwereld, dan volgt daaruit het volgende. Zoals we onze natuurlijke kinderen belangeloos en liefdevol grootbrengen, zo moeten we ons ook verhouden tot de geesteskinderen die leven in onze organisaties, de rechtspersonen. Evenzeer als handel in natuurlijke personen (slavenhandel) al lange tijd wereldwijd is verboden, zo moet ook de handel in rechtspersonen worden verboden. Ik pleit dan ook in paragraaf 7.1.1. voor Universele Rechten van de Rechtspersoon.
Ik vermoed dat ondernemers dit soort inzichten gemakkelijker zullen (kunnen) omarmen dan de politiek, de banken en vermogenden. Daarom richt ik me met Kapitalisme 3.0 vooral tot ideëel gedreven en succesvolle ondernemers. Uit de voorbeelden op blz. 177 en 280 blijkt dat e.e.a. niet echt nieuw is en dus ook niet te radicaal…
Met hartelijke groet,
Herman.