Hoe verder met het geldstelsel?

Zes jaar geleden schreef ik op deze website een blog getiteld ‘Geldcreatie mainstreamen’. Dit is inmiddels aardig gelukt. Onlangs publiceerde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid het rapport ‘Geld en Schuld’. Het rapport is geschreven naar aanleiding van burgerinitatief Ons Geld waarvan ik een van de initiatiefnemers was.

Op Follow the Money publiceerde ik vandaag het artikel ‘Hoe verder met het geldstelsel?’ over dit rapport, lobby, monetaire ongeletterheid en vervolgstappen. Een logische vervolgstap is naar mijn mening het ontwikkelen en geleidelijk implementeren van digital contant geld. In het artikel vraag ik mij af wie de werkelijke radicalen zijn: “zij die vasthouden aan het monetair-financieel systeem van het industriële tijdperk en niet willen experimenteren, of zij die stapsgewijs willen moderniseren naar het digitale tijdperk?” Vorige maand verscheen er een langer artikel getiteld ‘Tijd voor transitie van financieel-monetair syteem naar digitaal tijdperk’ in Economisch Statistische Berichten.

Komende zaterdagmiddag (23 februari van 15-17:30 uur) mede-organiseer ik een conferentie in Carré. Wetenschappers, activisten, politici en theatermakers zullen het podium betreden. Meer informatie is te vinden op de website van Ons Geld. De trouwe volgers van dit blog, bied ik twee gratis kaarten aan. Stuur mij even een mail indien je hier gebruik van wilt maken. Wordt vervolgd.

Voorbij de orthodoxie

Afgelopen week schreef ik een artikel over Griekenland voor Follow the Money. Nu ook hier te lezen.

der-spiegel-pleit-voor-griekse-exit-uit-euro

Om economische stabiliteit, democratie en eenheid in Europa te verwezenlijken, dienen alternatieven die ver buiten de huidige orthodoxie liggen overwogen te worden. Maar alvorens alternatieven te ontwikkelen, dienen we vier lessen te trekken uit de Griekse crisis.

Ten eerste, een monetaire unie zonder politieke unie is onmogelijk. In het Verdrag van Maastricht is vastgelegd dat Eurolanden niet rechtstreeks mogen lenen van de ECB. Hiermee hebben de afzonderlijke lidstaten afstand gedaan, vaak zonder het echt te beseffen, van hun politieke soevereiniteit. In 1992 stelde Wynne Godley in het artikel Maastricht and All That dat het opgeven van de macht op geldcreatie een land de status van regio of kolonie geeft. Regionale autoriteiten kunnen niet langer devalueren, verliezen het recht om tekorten te financieren met nieuw geld en moeten voor andere vormen van financiering naar het centrale gezag, de Trojka in dit geval.

Kortom, de keuze is nu: 1) het opheffen van de euro en terug naar nationale soevereiniteit en nationale munten; of 2) met de euro naar een Europese federatie met een centrale Europese overheid, een Europees fiscaal stelsel, een Europees economisch beleid en enkel Europese obligaties. In zo’n federatie heeft de Europese overheid rechtstreeks toegang tot de ECB en kunnen onevenwichtigheden (gedeeltelijk) worden hersteld via het fiscale systeem. Net zoals er in Duitsland al decennia geld stroomt van rijke deelstaten als Beieren, Hessen en Hamburg naar armere, met name Oost-Duitse, deelstaten, zou dit ook op Europees niveau dienen te gebeuren. Of dit wenselijk is, is een politieke keuze. De vraag die aan Europese burgers dient te worden voorgelegd is: wilt u inwoner van de Verenigde Staten van Europe worden of behoudt u liever uw eigen nationaliteit?

Ten tweede, de Griekse crisis laat zien dat het huidige banksysteem met twee soorten geld, girale bankdeposito’s en chartaal geld (cash), inherent instabiel is. In tijden van crisis, is een bank run onvermijdelijk. De huidige afhankelijkheid van de geldhoeveelheid en het betalingsverkeer van private banken is onwenselijk en onnodig.

Ten derde, centrale banken zijn niet neutraal en onafhankelijk. Toen de Grieken afgelopen weken hun bankdeposito’s wilden omwisselen voor cash, faciliteerde de ECB dit niet. In 1873 schreef Walter Bagehot in Lombard Street dat een centrale bank “quickly, freely, and readily” moet lenen aan solvabele banken. Ofwel, indien de ECB van mening is dat de Griekse banken solvabel zijn, moet zij liquiditeit verschaffen; indien zij van mening is dat de Griekse banken insolvabel zijn, moet zij dwingen tot herkapitalisatie. Meer smaken zijn er niet. De Europese centrale bankiers kozen voor 60 euro per dag. Een politieke keuze.

Ten vierde, zonder een echt alternatief is onderhandelen kansloos. Tsipras raadpleegde de Griekse kiezers en kreeg ‘nee’. Met een ‘nee’ kon hij echter niets. Nog steeds had hij geen concreet alternatief. De Griekse onderhandelingspositie verslechterde zelfs. In plaats van tijd te steken in het organiseren van een ‘nee’ referendum, het opstellen van en onderhandelen over onrealistische hervormingsvoorstellen, hadden Tsipras, Varoufakis en de overige Europese politici beter kunnen werken aan alternatieve scenario’s. Waarom is dit de afgelopen maanden niet gebeurd? Waarom ligt er geen uitgewerkt voorstel om de drachme weer in te voeren? Twee jaar geleden schreef Varoufakis dat een democratisch gecontroleerde centrale bank onze beste hoop is voor een vorm van geld die er voor en door mensen is. Goed idee? De Grieken hadden ook een Soevereign Money voorstel kunnen uitwerken zoals het burgerinitiatief Ons Geld in Nederland bepleit. Waarom zijn deze scenario’s niet in het Griekse parlement en de Euro-groep besproken?

De grootste hindernis naar monetaire en politieke vernieuwing is de huidige orthodoxie. Europese leiders en financiële machthebbers hebben een duidelijke boodschap verspreid: There Is No Alternative. Groepen als Syriza en Podemos zijn vooral tegen, maar weten ook geen echt alternatief te formuleren. Zeker niet op monetair gebied. Dat is jammer, want fundamenteel andere monetaire systemen zijn mogelijk. Zeker met behulp van ICT en digitalisering.

Tot slot, een alternatief. Stel dat de Grieken de euro alsnog verlaten en besluiten de eigen centrale bank democratiseren. Alle Grieken krijgen een aandeel en betaalrekening bij deze bank. Euro’s worden geconverteerd in drachmen en verplaatst naar de centrale bank. De geldhoeveelheid en het betaalsysteem zijn hiermee gered en losgekoppeld van private banken. Vervolgens creëert de Griekse centrale bank een beperkte hoeveelheid schuldvrij geld om de economie een impuls te geven. Dit geld komt in omloop via investeringen in duurzame infrastructuur of een burgerdividend. Tegelijkertijd wordt een netwerk van regionale, bij voorkeur coöperatieve, banken opgericht en worden peer-to-peer leenplatformen geïmplementeerd. Alle kredietverstrekkers gaan werken volgens het principe van full reserve banking: zij halen eerst geld op en lenen dit vervolgens uit aan ondernemers. Geldcreatie uit krediet, de kern van privaat bankieren, is niet langer toegestaan. Regelgeving en overleg zorgen ervoor dat krediet enkel naar productieve investeringen gaat. Indien de productiviteit stijgt, creëert de centrale bank meer geld. Dit geld komt in omloop via een burgerdividend. Een egalitair, transparant en effectief monetair instrument. De kans is groot dat de Griekse economie herstelt. Op termijn zijn de Grieken een voorbeeld omdat zij hebben aangetoond hoe het monetaire systeem gedemocratiseerd kan worden. De grootste hindernis naar zo’n democratisch aangestuurd monetair systeem is de huidige orthodoxie. Alternatieve theorieën en technologieën zijn aanwezig, maar worden niet benut. Dat is de ware crisis.

Briljant theater: Casino Royale

20150708_173625_resized_1

Vanmiddag bezocht ik het theaterstuk Casino Royale op de Parade. In één woord briljant. Suver Nuver haalt echt alles uit de kast. Peer van den Berg, Dette Glashouwer en Henk Zwart zetten humor, intellect, ranzigheid en bizarre fratsen in om onze financiële moraal en het huidige financiële stelsel uit te beelden. Ze worden daarbij geassisteerd door drie spelers van het volksoperahuis. De ondertitel van Casino Royale is veelzeggend: “Je weet dat je belazerd wordt, maar het is heerlijk”.

Ik heb Dette de afgelopen jaren vrij goed leren kennen en weet hoe hard zij heeft gestudeerd om geld, banken en economie te begrijpen. Het resultaat mag er zijn. Haar vorige stukken waren goed, Casino Royale is mijn ziens echter een volgende stap. Het stuk is inhoudelijk messcherp, radicaal, obsceen, confronterend en vol humor. De foto’s spreken denk ik voor zich. Kortom, gaat allen kijken op de Parade (Den Haag 6 t/m 9 juli, Utrecht 17 t/m 20 juli en Amsterdam 19 t/m 23 augustus). Dit mag u niet missen.

20150708_173355_resized_1

20150708_172924_resized_1

20150708_173109_resized_1

Alles wat je moet weten over GELD

lunchlezing Geld (met SG)

De afgelopen weken heb ik bij vier studieverenigingen van de TU Delft een Studium Generale lunchlezing verzorgd over geld, krediet en bankieren. Veel positieve reacties ontvangen van studenten. In zo eenvoudig mogelijke termen heb ik geld proberen uit te leggen. Helaas kan jargon niet altijd worden vermeden. Zeker schaduwbankieren is omgeven met lastige terminologie (money market mutual funds, credit debt obligations, asset backed securities, etc). Na de zomer volgen er waarschijnlijk nog een paar lezingen op de TUD. In de tussentijd gaat mijn promotieonderzoek naar de doelen en de toekomst van geld gewoon door. Digitalisering en ICT bieden kansen geld opnieuw in te richten.

De toekomst van geld en krediet

aanbieding foto

Er gebeurt een hoop. Vorige week bood ik samen met theatergroep de Verleiders, Ad Broere en Ons Geld Collega’s Luuk de Waal Malefijt en Edgar Wortmann namens ruim 113.000 ondertekenaars het burgerinitiatief Ons Geld aan in Den Haag. Bovenstaande foto is op zichzelf al een resultaat (vrouwen zijn meer dan welkom zich aan te sluiten). De officiële tekst van het burgerinitiatief is geschreven door Edgar Wortmann en kan ik eenieder aanraden. Daarnaast zijn er vorige week drie stukken van mij gepubliceerd: De noodzakelijke transitie van de financiële sector (met Jan Rotmans op Follow the Money); Het mensbeeld in de economie kantelt (met Esther Somers op duurzaamnieuws); en een interview getiteld Geldschepping is een publiek taak (op Down to Earth).

Volgens mij komt er steeds meer ruimte voor nieuw economisch denken en heikele onderwerpen als monetaire hervorming. Als initiatiefnemers van het burgerinitiatief willen we vooral het maatschappelijk gesprek over de toekomst van geld en krediet aanwakkeren. Dit is hard nodig want deregulering, globalisering, de ideologie van winstmaximalisatie en digitalisering hebben geld, krediet en de financiële sector de afgelopen vier decennia doen ontsporen. Krediet en geld zijn tegenwoordig extreem mobiel. Hierdoor zijn toezichthouders, ondanks steeds complexere wetgeving, niet in staat traditioneel bankieren en schaduwbankieren (de creatie van geld uit krediet buiten de traditionele banksector) aan banden te leggen. We zullen ons denkkader moeten verbreden om tot werkelijke oplossingen te komen.

Wat mij betreft zijn de voorstellen tot monetaire hervorming een stap in de juiste richting maar zeker geen eindpunt. Er zijn steeds meer parktische bottom up initiatieven en boeken die laten zien hoe geld anders kan worden ingericht. Zo legt Jonathan McMillan in het boek The End of Banking – Money, Credit and the Digital Revolution (2014) helder uit wat er naast monetaire hervorming dient te gebeuren en hoe ICT en digitalisering gebruikt kunnen worden om voorbij bankieren te gaan (in de zin van de creatie van geld uit krediet). Marktliquiditeit kan in een digitaal tijdperk contractliquiditeit vervangen. In lijn met de voorstellen tot monetaire hervorming stelt McMillan dat geld tot het publieke domein en krediet tot het private domein, ofwel de markt, behoort. Om deze splitsing in te richten dienen accounting regels en monetaire sturingsinstrumenten heroverwogen en opnieuw ingericht te worden. Kortom, de ideeën worden steeds concreter en praktijk en theorie komen steeds dichter bij elkaar.

De komende tijd zal ik mij voornamelijk focussen op mijn proefschrift en er staan nog een paar optredens gepland. Kom gerust een keer luisteren en meedenken.

7 mei, Studium Generale, Delft, lunchlezing Money, Credit, and Banking

11 mei, Studium Generalen Delft, lunchlezing Money, Credit, and Banking

17 mei, Meijs op zondag, Breda, talkshow

20 mei, Studievereniging BSKA, Amsterdam, gesprek over economie en filosofie

29 mei, De Balie, Amsterdam, Geldschepping: de mythes, de feiten en de alternatieven

15 juni, De Catacomben, Den Haag, gesprek met Ad Broere

22 juni, academiegebouw Universiteit Utrecht, conferentie Geld dat werkt

26 juni, Pauluskerk, Rotterdam, Symposium ‘Ondersteboven!’ Naar een economie voor ons allen

30 juni, Het Instituut voor Zingevende Besliskunde & Studelta, Amsterdam, dialoogsessie duurzaam bankieren

Nieuwe Drachme als uitweg voor de Griekse crisis?

newdrachme

Met John Huige schreef ik afgelopen week een artikel getiteld “Nieuwe Drachme als uitweg voor de Griekse crisis?”, reeds gepubliceerd op duurzaamnieuws.nl.

Roepen dat Griekenland uit de Euro moet is roekeloos. Het is niet solidair met de Grieken en gevaarlijk omdat de psychologische en economische effecten niet te overzien zijn. Voor de positie van de EU zou het rampzalig zijn. Bovendien is een exit verdrag technisch niet geregeld. Meer lenen en meer bezuinigen door Griekenland is echter ook geen optie. Onder het strenge regime van de trojka is veel te weinig vooruitgang geboekt. Griekenland kan geen kant op: het land is monetair failliet.

Daarmee houdt het land natuurlijk niet op te bestaan; het moet hoe dan ook verder. Hoe, is dan de hamvraag. Een Nieuwe Drachme, die een leven leidt naast de Euro, zou een uitweg kunnen bieden.

Die Nieuwe Drachme (DND) wordt dan ingevoerd als complementaire munt en als tegenwicht voor de politiek gestuurde Euro. Want waar geld in oorsprong een neutraal ruilmiddel was, wordt het nu door centrale banken gebruikt om alle aspecten van de economie en de samenleving te beïnvloeden, zoals inkomensongelijkheid en bedrijvigheid. In Europa met vooral als doel het Duitse belang te steunen.

Volgens de Griekse minister van financiën Varoufakis is onze grootste hoop een democratische centrale bank. Geld dient door en voor mensen te worden georganiseerd.

Duidelijk is dat een ander democratisch georganiseerd geldsysteem niet zomaar gerealiseerd is. Monetaire hervorming is een proces van lange adem. Een complete revolutie hoeft ook niet, kleine stapjes zijn mogelijk. De introductie van een door Grieken aangestuurd complementair geldsysteem is een goed begin.

Complementaire geldsystemen bestaan naast de officiële munt, als een (meestal) regionaal betaalmiddel. Dat geeft een inherente impuls om het geld steeds regionaal te besteden en niet weg te laten lekken naar andere gebieden of landen. Daarnaast is de creatie van geld in complementaire systemen doorgaans coöperatief geregeld en brengt het geen renteverplichtingen met zich mee.

Een van de meest omvangrijke voorbeelden op dit gebied is de Zwitserse Wirtschaftsring-Genossenschaft, kortweg WIR, die inmiddels al 80 jaar bestaat. De WIR is een coöperatief geldsysteem vooral gericht op het MKB, en was een reactie op de grote depressie in de jaren dertig van de vorige eeuw. In 1934 besloten 16 ondernemers een eigen geldsysteem te starten vanwege liquiditeitsproblemen. En met succes: inmiddels zijn er 62.000 leden waarvan 45.000 MKB’ers. Zo bestaat er naast de Franc in Zwitserland een tweede geldsysteem waarin miljarden omgaan. WIR betekent in het Duits ‘wij’.

Een complementaire munt kan de economische depressie en de humanitaire crisis in Griekenland beëindigen. De introductie van zo’n munt dient zo simpel mogelijk georganiseerd te worden en kan op verschillende manieren verlopen. De Griekse overheid coördineert de uitgifte van DND. Zij betaalt simpelweg een gedeelte van haar kosten met nieuw gecreëerde DND’s en biedt de mogelijkheid belastingen te betalingen in deze munt. Natuurlijk ligt dan het inflatiegevaar op de loer. Als teveel geld alleen consumptief en speculatief besteed wordt kunnen prijzen gaan stijgen. Wij denken dat het gevaar hiervoor beperkt kan worden door actief te bevorderen dat prijsstijgingen via ‘naming & shaming’ aan de kaak gesteld worden.

Doorgaan met het lezen van “Nieuwe Drachme als uitweg voor de Griekse crisis?”

Tegenlicht Meet Up

Afgelopen week was ik te gast bij de Tegenlicht Meet Up naar aanleiding van de uitzending Bankgeheimen van Joris Luyendijk (vanaf 22:00 tot 50:05). Andere sprekers waren Antoinette Hertsenberg (TROS Radar), Rens van Tilburg (Sustainable Finance Lab) en Joris zelf. Veel goede punten, veel goede vragen en veel ideeën. Het boek van Joris Dit kan niet waar zijn is een aanrader. Scherpe analyse en toegankelijk  geschreven. Belangrijkste lessen: er is na de crisis nauwelijks iets veranderd, het systeem zelf is verrot, en er is druk vanuit het electoraat nodig om politici te bewegen het financieel systeem in het algemeen belang in te richten. Daarom ook het burgerinitiatief Ons Geld dat tot 5 april getekend kan worden. Komt allen in actie!

De kunsten en geldcreatie

initiative

Op deze blog heb ik regelmatig over het onderwerp geldcreatie geschreven. Twee jaar geleden bijvoorbeeld in een stukje met de titel geldcreatie mainstreamen. Zeven jaar na het uitbreken van de financiële crisis is het dan eindelijk gelukt: geldcreatie is hot. Het theaterstuk Door de bank genomen van de Verleiders heeft hier een belangrijker rol ingespeeld. In dit stuk gaan de Verleiders in op de werking van banken, geldcreatie, excessen en alternatieven. Vanaf de première op 9 november 2014 loopt Door de bank genomen als een trein: de zalen zijn uitverkocht, de recensies lovend en de boodschap verspreidt zich.

Zoals wel vaker in de geschiedenis is het niet de wetenschap of de politiek, maar zijn het de kunsten die een lastig onderwerp aankaarten. De opstand in België in 1830, die uiteindelijk leidde tot de afsplitsing van Nederland, is een prachtig voorbeeld. Willem de Bruin schrijft in het Historisch Nieuwsblad: “Volgens de overlevering raakten de Belgen zo in vervoering door het duet ‘Amour sacré de la patrie’ uit de opera La Muette de Portici, dat ze op 25 augustus 1830 spontaan in opstand kwamen tegen koning Willem I. In werkelijkheid werden de gebeurtenissen die avond waarschijnlijk geregisseerd. De onrust die toen uitbrak, leidde uiteindelijk tot de afscheiding van België.” Kortom, het toneelstuk La Muette de Portici – De Stomme van Portici – was niet de hoofdoorzaak, maar speelde wel een belangrijke rol.

Begin december vorig jaar zat ik samen met George van Houts van de Verleiders, Ad Broere en Ons Geld collega Luuk de Waal Malefijt in een Amsterdams café. George vertelde dat veel bezoekers na hun theatershow verbaasd en soms zelfs boos reageren, en vaak iets willen doen om het onderwerp geldcreatie aan te kaarten en beter te begrijpen. Maar wat konden we hen aanbieden? Op deze decemberdag besloten we een burgerinitiatief op poten te zetten met als doel het onderwerp geldcreatie op de politieke agenda te krijgen en een maatschappelijk gesprek aan te wakkeren.

Op 13 januari lanceerden de Verleiders bij De Wereld Draait Door het burgerinitiatief. Door de grote drukte viel de website meteen om. Desalniettemin waren de benodigde 40.000 handtekeningen in 28 uur binnen. Inmiddels hebben ruim 81.000 mensen getekend. De afgelopen twee weken is er een hoop gebeurd. Zelf discussieerde ik met Robin Fransman over het gevoelige onderwerp monetaire hervorming op Follow the Money, en met ING-econoom Teunis Brosens op RTL-Z. Gisteren waren Ad en George te gast bij TROS Radar.

Wat mij de afgelopen weken wederom is opgevallen is dat het monetaire hervorming vaak verkeerd wordt uitgelegd. Ter introductie in dit onderwerp raad ik de korte uitleg (engels) van Mark Joób en dit artikel  (nederlands) van Edgar Wortmann aan. Ook op de website van het burgerinitiatief zijn diverse links naar goede stukken, websites en filmpjes te vinden. Tekenen kan tot en met de laatste show van de Verleiders op 31 maart.

Tot slot, ik hoop dat veel kunstenaars zich laten inspireren door de Verleiders en zich gaan bezig houden met maatschappelijke issues. De kunsten hebben de unieke positie om gevoelige onderwerpen aan te kaarten en taboes te doorbreken. Maak hier gebruik van zou ik zeggen!

Financieel analfabetisme

Gisteren was ik te gast bij het KennisCafe in de Balie waar ik in gesprek ben gegaan met Jan Luiten van Zanden (hoogleraar economische en sociale geschiedenis) en Nicole Jonker (onderzoeker bij DNB) over geld. Aan het eind van de avond trok gespreksleider Martijn van Calmthout de harde conclusie dat we met z’n allen financieel ongeletterd zijn. Dit klopt. Er zijn diverse onderzoeken die bevestigen dat we op grote schaal niet weten hoe het huidige geldsysteem werkt. Twee voorbeelden. Een onderzoek van het Cobden Centre getiteld Public Attitudes to Banking (2010) laat zien dat de de meerderheid van de Britten denkt dat geld gecreëerd wordt door de centrale bank of de overheid. En ongeveer 60% denkt dat het enige wat banken doen is geld ophalen bij spaarders en om dit geld vervolgens uit te lenen. Banken bemiddelen volgens de meerderheid tussen spaarders en leners. In de praktijk werken commerciële banken echter precies andersom: leningen creëren geld. Commerciële banken zijn geldscheppende instellingen. Economen van de ING stellen in hun recente publicatie De Geldscheppingsparadox (2014):

“In werkelijkheid leidt het verstrekken van een lening door een bank tot het ontstaan van een deposito.”

En de Bank of England stelde eerder dit jaar:

“Whenever a bank makes a loan, it simultaneously creates a matching deposit in the borrower’s bank account, thereby creating new money.”

Op een of andere manier denken we dus massaal precies het tegenovergestelde. Niet alleen gewone mensen begrijpen weinig van geldcreatie en de rol van banken, maar – tot overmaat van ramp – snappen ook politici weinig van de werking van geld. Een recente Dods poll laat zien dat slechts 12% van de Britse parlementsleden weet dat bankleningen nieuw geld creëren. 71% denkt dat de overheid al het geld schept.

Screen-Shot-2014-08-19-at-10.06.36-650x300Kortom, zeven jaar na het uitbreken van de kredietcrisis is er verrekte weinig veranderd, zowel qua kennis als qua inrichting van het systeem. Het is pijnlijk om te beseffen dat de meerderheid van onze democratisch gekozen volksvertegenwoordigers niet weet hoe het monetair systeem werkt en daardoor niet in staat is de sterk geconcentreerde financiële macht te breken. Het lijkt dus de hoogste tijd om te gaan studeren en vervolgens te debatteren over en te experimenten met andere oplossingen en geldsystemen. Indien we dit niet doen, zullen we nooit weten wat het meest optimale (ofwel het minst riskante) monetaire systeem is en blijven we gevangen in een systeem waarin ruim 95% van het geld gecreëerd wordt door commerciële banken als schuld (met rente), het falen van deze private banken leidt tot overheidsingrijpen en macht sterk geconcentreerd is. Indien we een markteconomie willen hebben, dan zullen privaat en publiek van elkaar gescheiden moeten worden. Er zijn diverse voorstellen (zoals Sovereign Money) die momenteel door bestaande machten buiten het politiek en maatschappelijk debat worden gehouden. Dit is een democratisch tekort. In een democratie hoort zo nu en dan een democratisch besluit genomen te worden wat voor soort geldsysteem en wat voor soorten geld we willen hebben – zeker indien het systeem faalt zoals nu. Financiële geletterdheid is echter een vereiste voor zo’n democratisch besluit.

Boekrecensie Geld: de ongeautoriseerde biografie

9789047005506-180

Macro-econoom en obligatiebelegger Felix Martin is erin geslaagd een goed leesbaar boek te schrijven over de ontstaansgeschiedenis en de werking van geld. Op een toegankelijke wijze legt hij uit wat geld is, waar de standaard economische theorie fout zit en wat er dient te veranderen in ons denken over en de inrichting van geld. Belangrijkste boodschap: Geld is geen ding, maar een systeem van kredieten dat moet worden aangestuurd in het belang van de samenleving als geheel.

Martin gebruikt de term de ongeautoriseerde biografie, omdat hij veel aandacht schenkt aan alternatieve denkers met een alternatieve kijk op geld. De kern van deze alternatieve kijk is als volgt samen te vatten. Geld is krediet; geld is dus niet enkel een ruilmiddel, maar een uit drie fundamentele elementen bestaande sociale technologie. Het eerste element is een abstracte eenheid van waarde waarin geld wordt gedenomineerd. Het tweede is een systeem van rekeningen dat de onderlinge verhoudingen van schulden en tegoeden bijhoudt als personen en bedrijven met elkaar handelen. Het derde element is de mogelijkheid dat de oorspronkelijke crediteur in een relatie de betaalverplichting van de schuldenaar aan een derde partij kan overdragen ter afbetaling van een ongerelateerde schuld. Dit derde element is van cruciaal belang. Martin legt uit dat al het geld krediet is, maar niet al het krediet geld is. Het is de mogelijkheid van overdracht die het verschil bepaalt. Een schuldbekentenis die nooit meer wordt dan een contract tussen twee personen is niets meer dan een lening. Geld is dus niet zomaar krediet: het is overdraagbaar krediet. Volgens Martin is deze innovatie – de overdraagbaarheid van kredieten – een cruciale ontwikkeling in de geschiedenis van geld. Het is juist dit aspect, en niet de progressie vanuit mythische situatie van ruilhandel die volgens Martin nooit op enigszins relevante schaal heeft bestaan, dat historisch gezien maatschappijen en economieën heeft  getransformeerd.

Martin benadrukt dat het van groot belang is dat geld wordt uitgegeven door instanties die het publiek kredietwaardig acht, en dat in brede kring het geloof dient te bestaan dat derden bereid zijn de schuldbewijzen van deze geldverstrekkers aan te nemen. Op een boeiende manier legt Martin vervolgens uit hoe de macht en het denken over geldschepping zich de afgelopen eeuwen heeft ontwikkeld. Een denklijn zag geld als het eigendom van de heerser, een andere denklijn stelde dat de uitgifte van geld een essentiële publieke dienst en het gebruik van geld door de gemeenschap de werkelijke waarde is. Martin laat zien dat met de oprichting van de Bank of England in 1694 er een hybride systeem is ontstaan dat vandaag de dag nog altijd het onwrikbare fundament van de moderne monetaire wereld is. Nog steeds hebben nagenoeg alle landen publiek-private monetaire systemen waarbinnen de productie en het beheer van geld vrijwel exclusief aan private banken zijn toevertrouwd, maar het staatsgeld het instrument van uiteindelijke vereffening is. Binnen dit systeem is contant geld niet meer dan een symbool van een krediet op de staat (voorheen de vorst) en bestaat het overgrote merendeel van het geld in circulatie uit kredietbalansen op rekeningen van private banken.

Een van de sterkste stukken van dit boek gaat over de Walter Bagehot (1826 – 1877). Martin legt uit hoe deze Britse journalist en essayist, die sinds de crisis inhoog tempo aan populariteit, in de 19e eeuw brak met de intellectuele ketenen van de klassieke school door de praktische kant van de werking van geld in de echte wereld te analyseren. Deze quote van John Stuart Mill (Principles of Political Economy 1848) typeert het denken van de klassieke school :

 “Er kan in de economie van een samenleving, met andere woorden, niets intrinsieks onbeduidender zijn dan geld.”

 Bagehot zag dit totaal en onderscheidde zich op een tweetal aspecten van de klassieke economen. De eerste was dat Bagehot’s economie expliciet uitging van geld, bankieren en financiering – dit zag Bagehot als de aansturende technologie van het moderne economisch systeem. De tweede was dat Bagehot erop aandrong dat theorieën werden gebaseerd op de realiteit van de monetaire economie en niet andersom. Hij stelde bijvoorbeeld dat handel in de praktijk voornamelijk wordt gedreven met geleend geld. Dat was in de 19e eeuw zo en is nu niet anders. Dit betekent dat geld in essentie overdraagbaar krediet is en dus niet gezien kan worden als een grondstof die uitgewisseld wordt zoals de klassieke economen beweerden en nu vreemd genoeg nog steeds soms wordt beweerd.

Martin veegt in de laatste hoofdstukken de vloer aan met het beleid van centrale banken en overheden in westerse landen. Hij stelt dat de staat het sinds de crisis heeft opgenomen voor banken:

“Banken behielden [na de crisis] uiteraard het privilege overheidsgeld te mogen uitgeven – en de centrale bank stond klaar om de liquiditeit van de bank in tijden van nood te garanderen. Maar de overheid ontving in ruil daarvoor in het geheel geen kredietsteun, het was de overheid die uiteindelijk het krediet van de banken steunde. De banken – hun werknemers, hun obligatiehouders en hun rekeninghouders – kregen zowel liquiditeits- als kredietsteun. De overheid – dat wil zeggen de belastingbetaler – krijgt niets. De crisis maakte duidelijk dat het aloude quid pro quo was veranderd in quid pro nihil: iets voor niets.”

Het boek eindigt met een pleidooi voor hard ingrijpen. Martin stelt dat de enige manier om bankgeld duurzaam te laten functioneren is door mee te liften met de overheid en haar gezag – dat wil zeggen: een monetaire herziening doorvoeren. Zijn praktische advies is 100% Money, ofwel het plaatsen van geldcreatie onder een publiek orgaan. Dit plan is niet nieuw; het werd tachtig jaar gelden gepromoot door de Amerikaanse econoom Irvin Fisher en krijgt de afgelopen jaren steeds meer aandacht (ondere andere dankzij IMF’s The Chicago Plan Revisited en de International Movement for Monetary Reform). Kern van dit idee is dat geld de democratie toebehoort en dat het ultieme doel van monetair beleid niet monetaire of financiële stabiliteit is – zoals centrale banken ons willen doen geloven -, maar een rechtvaardige, welvarende samenleving. Martin concludeert dat geld en bankieren in deze nieuwe geherstructureerde vorm werkloosheid en een ongelijke verdeling van economische risico’s kunnen oplossen. Een betoog dat ik onderschrijf. Geld: de ongeautoriseerde biografie is dan ook een aanrader voor eenieder die verandering in het huidige economisch systeem wil realiseren. Met Felix Martin denk ik dat geld begrijpen en hervormen essentiële stappen zijn in dit proces.

Martin, Felix (2013) Geld: de ongeautoriseerde biografie, Amsterdam: Uitgeverij Business Contact. ISBN 978 90 470 0550 6

Origineel: Martin, Felix (2013), Money: the unauthorized biography, London: The Bodley Head