Expulsion

 Eergisteren heb ik het boek Expulsion van Saskia Sassen gelezen. Ondanks dat Sassen geen echte oplossingen biedt voor de verdrijvingen die ze beschrijft, vind ik Expulsion zeer sterk. Het is als een zwaar kunstwerk dat iemand gemaakt moet hebben. Een hele serie zwarte schilderijen of iets dergelijks. Zware kost, zware arbeid, maar een noodzakelijke bijdrage aan de wereld, aan onze beleving van de realiteit.

In dit meesterwerk geeft Sassen een overzicht van verschillende vormen van verdrijving, uitbanning en vernietiging die vanaf 1980 plaatsvinden. Ze onderscheid 4 grote trends:

1) Krimpende economieën, groeiende verdrijving. Hieronder vallen onder andere stijgende ongelijkheid, groeiende schulden, hogere (jeugd)werkloosheid, meer migratie, de explosie van het aantal huisuitzettingen wegens betalingsproblemen, de toename van het aantal vluchtelingen en het aantal mensen in gevangenissen. Sassen laat met een enorme hoeveelheid data zien dat vanaf 1980 steeds meer mensen in toenemende mate uit de wereldeconomie worden weggedrukt. Dit komt volgens haar omdat sinds 1980 het beleid van nationale overheden en instituten als de Wereldbank, het IMF, ECB niet langer gericht is geweest op het verspreiden van welvaart, maar gericht is geweest op het vergroten van markten en het faciliteren van bedrijfswinsten.

2) De nieuwe wereldmarkt voor land. Hieronder valt het opkopen van lokaal land door buitenlandse overheden en bedrijven. Tussen 2006 en 2011 is er naar schatting meer dan 200 miljoen hectare door buitenlanders overgenomen, met name in Africa, maar ook in Zuid-Amerika, Europa en Azië. Kopers komen uit alle windstreken en het gekochte land wordt grotendeels gebruikt voor bio-brandstoffen. De afgelopen 10 jaar worden lokale economieën, kleine boeren en hun tradities, florerende flora en fauna dus in hoog tempo vervangen door grootschalige plantages. Sassen wijst ook hier de herstructeringsprogramma’s van het IMF en de Wereldbank, en de WTO regels, aan als (onbedoelde) oorzaak; schulden, privatisering en vrijhandel verzwakken nationale overheden en maken overnames door buitenlands wel heel erg makkelijk, en soms zelfs noodzakelijk (bij hoge schulden). Ze vraagt zich terecht af wat burgerschap nog betekent indien land zo gemakkelijk verkocht kan worden.

3) Finance en zijn mogelijkheden. Hieronder valt de explosie van financiële activa ten opzichte van het BBP. Een voorbeeld is de explosie van de derivatenmarkt tot $1 biljard (een 1 met 15 nullen!). Sassen legt helder uit hoe het financialiseren van schulden verschilt van traditioneel bankieren, en wat voor gevolgen dit heeft gehad. Risico’s en beloning zijn totaal uit elkaar gegroeid. Een indirect gevolg is de enorme toename van het aantal huisuitzettingen. Tientallen miljoenen mensen hebben de afgelopen jaren hun huis verloren omdat ze niet langer aan hypotheekverplichtingen konden voldoen. Pijnlijk is de constatering dat bestaande internationale afspraken en nationale wetten onvoldoende zijn om de huidige excessen aan te pakken. Terecht stelt Sassen dat finance niet per definitie slecht is; financieel kapitaal dient te worden ingezet voor grootschalige investeringen in het algemeen welzijn, het vergroenen van de economie en dergelijke. Dit leidt tot een distributie van welvaart en welzijn. Financieel kapitaal inzetten om meer financieel kapitaal te krijgen leidt enkel tot concentratie van rijkdom en macht.

4) Dood land, dood water. In dit stuk geeft Sassen een overzicht van verschillende vormen van grootschalige destructie zoals industriële vervuiling, verzuring van oceaanwater en loodvergiftiging. Ze noemt al deze dode stukken aardbol “holes in the tissue of the biosphere”. In detail worden verschillende dode stukken aarde en oceaan beschreven. De meest bizarre vind ik Mountaintop Removal Mining. Ik had er nog nooit van gehoord, maar het ziet er zo uit:

mtr_2

Al met al is het een gruwelijk overzicht. Sassen vat samen:

“Too many citizens and too much of the biosphere is used and abused without regard to their health or prosperity.”

Een schuldige aanwijzen is lastig. Sassen stelt dat de onderdrukker vandaag de dag een complex systeem is dat personen, netwerken en machines combineert zonder echt een centrum te hebben. Deze complexiteit maakt het moeilijk iemand verantwoordelijk te houden. Sassen hekelt voornamelijk de focus van onze instituten op het dienen van ‘corporate economic growth’. Dit is volgens haar de logica die vanaf 1980 geldt. In toenemende mate hebben grote bedrijven zich, met de hulp van nationale overheden en andere internationale instituten als het IMF, de Wereldbank en de WTO, kunnen ontworstelen aan het lokale publieke belang om zich puur vervolgens puur te focussen op winst. Tijdens het Keynisianisme was er sprake van incorporation, vanaf 1980 van expulsion. Sassen concludeert met een interessante vraag en een sterke oproep:

“What are the spaces of the expelled? They are invisible to the standard measures of our modern states and economies. But they should be made conceptually visible. When dynamics of expulsion proliferate, whether in the shape of the shrunken economy of Greece, the predatory elites of Angola, or the growth of the long-term unemployed or the incarcerated in for-profit prisons in the United States, the space of the expelled expands and becomes increasingly differentiated. It is not simply a dark hole. It is present. Also the spaces of the expelled need to be conceptualized. I make a similar argument about the proliferation of stretches of dead land and dead water due to toxic modes of development. These are also present. Thus, in a conceptual move aimed at making dead land present, I argue it should be conceived of as an informal jurisdiction. More generally, the spaces of the expelled cry out for our conceptual recognition. They are many, they are growing, and they are diversifying. They are conceptually subterranean conditions that need to be brought aboveground. They are, potentially, the new spaces for making – making local economies, new histories, and new modes of membership.”

Een prachtige quote om dit sterke boek mee af te sluiten.

New Economic Thinking

Afgelopen week was ik in Toronto om deel te nemen aan de jaarlijks conferentie van het Institute of New Economic Thinking (INET) en de Young Scholars Initiative workshop voor PhD kandidaten. Hier een kort overzicht van de hoogtepunten en een aantal interessante links. INET is vijf jaar geleden opgericht om, ten eerste, nieuw onderzoek en nieuwe economische denken te produceren en te promoten, en ten tweede, heterodox (lang genegeerd) economisch denken up te daten en meer aandacht te geven. Na de conferentie kan ik melden dat dit beide steeds beter lukt. Zelden heb ik in een week zoveel sterke analyses en ideeën gehoord. De meest briljante speech werd wat mij betreft gegeven door Adair Turner in het panel over Finance and the Real Economy (van 46.24 tot 1.00.30)

Het was goed om te zien dat er tijdens zowel de workshop als de conferentie veel aandacht werd besteed aan (radicale) hervorming van het economie curriculum. In bijvoorbeeld Chili is dit al gelukt. De paneldiscussie New Economic Thinking geeft een aardig overzicht van de verschillende ideeën en ontwikkelingen. Bekijk ook de website Core-econ waar al een nieuw economie curriculum is ontworpen. Vanaf komende zomer gaat dit programma op een aantal universiteiten in verschillende landen gebruikt worden.

Daarnaast vond ik het panel over Integration, Currency Unions, and Balance of Payments zeer interessant. Met name het betoog van Financial Times commentator Martin Wolf  over de Eurozone is een aanrader (van 50.35 tot 1.08.00). Vorige week schreef Wolf trouwens ook een briljant artikel artikel met de titel Only the ignorant live in fear of hyperinflation. Ook de panels over The Environment and Innovation: What are the Real Costs? en Have We Repaired Financial Regulation since Lehman? zijn zeer de moeite waard. Wat mij betreft blijven de centrale vragen:

1) Hoe dienen we het financieel systeem en de bijbehorende theorieën aan te passen zodat nieuw en bestaand kapitaal ingezet gaan worden voor investeringen in productieve C02 verlagende activiteiten?

2)  Hoe kunnen we toegang tot krediet democratiseren?

Tot op heden weten we niet goed hoe we de kredietcyclus dienen te managen en hoe we krediet optimaal kunnen alloceren; politici, centrale bankiers en andere toezichthouders kijken enkel toe; de onzichtbare hand op de vrije markt regeert. Hierdoor gaat economische groei gepaard met een explosieve toename van krediet, uitputting van natuurlijke hulpbronnen en ongelijkheid. Kwalitatieve kredietregulering lijkt een uitweg. Het is hoopgevend dat steeds meer mensen met verschillende achtergronden gezamenlijk aan dit soort oplossingen werken.

Een sterke analyse van de crisis

De afgelopen jaren heb ik mijzelf geregeld geërgerd aan het middelmatige analyseniveau van de crisis. Economen en politici kakelen elkaar doorgaans na zonder de fundamenten van het economisch bestel te bespreken. Gelukkig stijgt het niveau langzaam maar zeker. Er zijn steeds meer fundamentele analyses te vinden. Het artikel van Roelf Haan (voormalig hoofddocent Vrije Universiteit, ex IMF, ex Ministerie van Financiën en voormalig directeur IKON) in Denkwijzer, het studieblad van de ChristenUnie, is een goed voorbeeld. Haan’s analyse laat zich simpel samenvatten:

  • Het gangbare spreken over de ‘crisis’ is verhullend. Er wordt voorbijgegaan aan de permanente instabiliteit van het geldsysteem zelf.
  • De financiële sector oefent een zwaar ondermijnend effect uit op de reële economie.
  • Een oorzaak van instabiliteit in het bestaande systeem is de wijze van geldschepping. Die vindt niet primair plaats op grond van de eisen te stellen aan de maatschappelijke geldhoeveelheid.
  • De geldcreatie financiert geen publieke doelen, maar is in handen van banken die privé-winst beogen.
  • De banken profiteren van het muntloon en lenen dat uit tegen rente: het moderne geld is debt-money, geldcreatie is schuldcreatie.

De grote blinde vlek in de analyse is dus ook volgens Haan het monetaire stelsel, en daarbinnen het proces van de geldcreatie. Nationalisering van dit proces (wel te onderscheiden van nationalisatie van het bankwezen als zodanig) zou in één stap een einde maken aan de schuldencrisis, en een hoofdoorzaak van instabiliteit wegnemen.

Roelf Haan heeft ook een uitstekend paper Op weg naar een goede economie (44 pagina’s) en een wat korter stuk (8 pagina’s) met de titel De relatie tussen financiële en reële sector. Het falen van het geldstelsel als publieke infrastructuur geschreven. In de laatste regels van dit laatste document wijst Haan er op dat universitaire docenten en onderzoekers de taak hebben de publieke opinie en hen die publieke verantwoordelijkheid dragen “te onderwijzen, met het risico dat hun advies door de politici zal worden verworpen als prematuur, of te moeilijk om na te volgen. Politiek is niet slechts de kunst van het mogelijke. Het zou de kunst moeten zijn, en dat is van steeds groter belang, om morgen mogelijk te maken wat vandaag onmogelijk schijnt te zijn”. Prachtig opgeschreven Roelf. Bedankt!

financial crisis_0

Begrijp er iets van

Gisteren heb ik een presentatie gegeven in Amersfoort over geld, geldcreatie, banken, financiële markten en  economie. De serie bestaat uit drie avonden en heeft de titel Begrijp er iets van. Hopelijk is dat gisteren een beetje gelukt. In 1,5 uur het bestaande economisch systeem en de alternatieven is vrij veel informatie. Hierbij de sheets. Over twee weken gaan we krantenartikelen bespreken en discussiëren over de onderwerpen. De laatste avond gaat over wat je zelf kunt bijdragen aan verandering.

Voor degenen die meer willen lezen en weten over de besproken onderwerpen, kan ik drie zaken aanraden:

1) Het paper een verkenning van ons geldsysteem geschreven door Helen Toxopeus en Simone Toxopeus.

 2) De website onsgeld.nu

3) De inbreng voor de Commissie Structuur Nederlandse Banken die ik onlangs heb geschreven met Platform DSE-collega Lou Keune.

Voor gevorderden staan hier nog meer tips en links.

munnie

 

Great talk by Sony Kapoor

This is a great lecture by the Managing Director of Re-define Sony Kapoor. He states that on the on hand money and finance have brought world society to the next level and that on the other hand the nature and dynamics of today’s world financial system brought and still brings world society into danger. When Lehman Brothers collapsed, nobody knew what was going on, because there was (and still is) a complete lack of transparancy. Kapoor states that the financial system is still fragile due to its exposure and vulnerability to global events. He examines that the current financial system is characterised by an increased number and ease of financial transactions: just-in-time-management has become commonplace within finance. But we must not forget that there is one big differences between manufacturing and finance:  finance has no logic of time. Nowadays we can move money within miliseconds around the globe and this is one of the main reasons for instability. Kapoor makes a powerful comparison with the traffic: we need traffic lights, speed controls and smaller cars to get back in control of the financial system.

Europe on the Brink

In de documentaire Europe on the Brink geven redacteuren en verslaggevers van de Wall Street Journal hun analyse van de Europese schuldencrisis. Helder wordt uitgelegd dat Europese politici in eerste instantie hebben zitten slapen en dat de oplossing hoe dan ook geld gaat kosten. Wij zullen verliezen moeten nemen, ook in Nederland. Er is simpelweg te veel geld geleend tegen rente en onbeperkt schulden maken gaat niet. Het gaat al lang niet meer alleen om de staatsschulden, maar ook om de schulden van huishoudens, bedrijven en de financiële sector zelf.

Opvallend is dat alle oplossingen die worden besproken in de documentaire uitgaan van het huidige financiële systeem. In mijn ogen is dit onvoldoende en dienen Europese landen te gaan experimenteren met andere – betere – geldsystemen. Indien wij binnen dit systeem blijven acteren, is het wachten op de volgende bubble. Het huidige systeem dat rendement en rente centraal stelt leidt per definitie tot ongelimiteerde en oncontroleerbare groei. De prikkels sturen ons richting zeepbellen. Het zal echt radicaal anders moeten om duurzaamheid, sociale rechtvaardigheid en financiële stabiliteit te realiseren. Laten we hierover nadenken.

$1.000.000.000.000.000 derivaten

Volgens The Real News is de derivatenmarkt inmiddels one quadrillion dollar waard. In het Nederlands is dit 1 biljard dollar ofwel $1.000.000.000.000.000. Dit leek mij een sterk verhaal en daarom heb ik de statistieken van de Bank of International Settlements geraadpleegd. Volgens de BIS bedroegen de over-the-counter derivatives in december 2011 $647.763.000.000.000 (bron). Ongeveer 10 keer de omvang van de wereldeconomie.  Het zou dus toch wel eens kunnen kloppen….  Kokogaik maakt deze enorme bedragen met behulp van plaatjes visueel. Bovenstaand een afbeelding van iets meer dan one quadrillion pennies (1 penny is $0,01)  met een waarde van $10.000.670.883.840. De derivatenmarkt is dus 60 tot 100 maal zo groot.

In onderstaand interview legt Marcus Stanley (Policy Director of Americans for Financial Reform) uit waarom het zo moeilijk is de derivatenmarkt te reguleren. Ten eerste hebben derivaten geen thuis: zij kunnen eenvoudig van New York naar Londen of naar Singapore overgeboekt worden. Ten tweede zijn de belangen groot: bestaande machten willen hun positie niet zomaar opgeven en doen er alles aan wetgeving te voorkomen.

Vreemd genoeg kijken ook de meeste Nederlandse politici weg. Er wordt bezuinigd terwijl financiële markten zo lek zijn als een mandje. Nog steeds verdienen handelaren en speculanten miljoenen. Nog steeds is het eenvoudiger geld te verdienen met speculatie dan geld te verdienen met waarde toevoegen in de reële economie. Het is zoals Marcus Stanley uitlegt een misvatting te denken dat derivatenhandel een zero sum game is. Het klopt dat er tegenover elke winnaar op derivatenmarkten een verliezer staat. Dit betekent echter niet dat er geen gevolgen zijn in de reële wereld. Derivaten kunnen faillissementen veroorzaken en zelfs het hele financiële systeem en de wereldeconomie in gevaar brengen. Nog steeds kan ik verdienen aan het bankroet van een land of een grootbank. Zolang dat zo is, bestaan er prikkels om dit te stimuleren door bijvoorbeeld geruchten te verspreiden over tekorten en falend bestuur. Het is naïef te denken dat dit niet gebeurt. Gelukkig kan het anders. Speculatie aan banden leggen is technisch en juridisch mogelijk. Nu nog politieke wil en daadkracht.

We hebben meer Socratessen nodig

Wij leven in een wereld waarin wij verplicht worden positief te zijn. Sterker nog, zaken in twijfel trekken wordt gezien als negatief. Karl Popper stelde:

“Optimism is a moral duty.”

Tegenwoordig is onze positiviteit doorgeslagen en hierdoor gaan wij keer op keer de fout in, vooral in het bedrijfsleven. Enron, Madoff, subprime mortgages, Liborgate, vastgoedfraude, allemaal voorbeelden van het blind accepteren van de situatie. Niemand stelde vragen. Iedereen volgde. Niemand wil de sfeer bederven door te vragen: ‘Hoezo is dit goed? Is dit rechtvaardig?’ Niemand zei: ‘Dit is schandalig! Kappen!’

Wij hebben meer Socratessen nodig om dit patroon te doorbreken. Meer vragenstellers. Meer onderzoekers. Meer twijfelaars. Socrates zei:

“Een leven dat niet wordt onderzocht is de moeite van het leven niet waard.”

Onderstaand filmpje legt helder uit dat zowel het communisme als het kapitalisme de neiging hebben te positief te zijn. Ook de financiële crisis is het resultaat van verplicht optimisme. Mensen die vraagtekens zetten bij de constante stijging van de huizenprijzen werden voor de crisis genegeerd of zelfs ontslagen. Jarenlang ontvingen bankiers premies, profiteerden de kopers van de – tijdelijke – stijging van de huizenprijzen, behaalden handige handelaren winsten door de slechte hypotheken te verpakken, een mooi verhaal te bedenken en de pakketten door te verkopen. Iedereen imiteerde. Iedereen gebruikte verkeerde modellen met onjuiste aannames. Iedereen geloofde in onrealistische groei.

Opvallend genoeg leren wij niets. Nog steeds prediken nagenoeg alle politici en beleidseconomen economische groei, terwijl oneindige groei op een eindige planeet onmogelijk is. Dit dogma is alleen te doorbreken door vragen te stellen. Dit is niet negatief, maar realistisch.

Peak Money

De geldhoeveelheid heeft zijn top bereikt en zal niet meer groeien. Ofwel, het tijdperk dat huishoudens, bedrijven, landen en financiële instellingen zelf, zich steeds dieper in de schulden steken is voorbij. De afgelopen decennia hebben wij elkaar aangemoedigd te lenen, steeds meer te lenen; banken hebben hieraan meegewerkt door steeds eenvoudiger kredieten te verstrekken. Niet de staatsschulden (alhoewel deze ook te hoog zijn), maar met name de private schulden zijn tot  een astronomische hoogte gestegen. Om deze reden is het eind van de economische crisis nog lang niet in zicht. De parallel met de crisis van de jaren ’30 is eenvoudig te zien.

Wij zullen dus onze schulden moeten reduceren en dit betekent dat de geldhoeveelheid gaat krimpen. Peak Money is bereikt. Helaas willen nog lang niet alle economische wetenschappers en politici dit accepteren. In plaats van de financiële sector te verkleinen, proberen zij banken redden. Wij dienen ons allemaal af te vragen welke banken en welke delen van banken gered moeten worden en welke we moeten laten omvallen.

Wat de meeste mensen niet beseffen is dat nagenoeg al het geld als schuld gecreëerd is. Op het moment dat banken dus minder kredieten versterkken is er minder geld in omloop. Zie ook de sheets van Tony Greenham (the New Economic Foundation) om Peak Money en de relatie tussen geld en schuld te begrijpen.

Naar mijn mening is dit het moment om andere vormen van geld te introduceren. Particulieren, bedrijven en de staat kunnen dit doen. Zij kunnen buiten banken om een ruilmiddel implementeren waardoor de reële economie niet in gevaar komt; zij kunnen kiezen voor ander geld waardoor de gevolgen van Peak Money ons niet overkomen, maar juist kansen bieden. Het is overduidelijk dat een groot  gedeelte van de financiële sector de komende decennia zal verdwijnen. Dit is niet erg. Dit is een kans.

Overconsumption and excess leverage

 This message is in English for my foreign friends. Two great talks by Andrew Sheng, Chief Adviser to the China Banking Regulatory Commission. He argues that the environmental crisis and financial crisis have one origin: excess consumption of global resources financed by excess leverage. He is right. It is strange that there are no limits on leverage and credit creation in a world with limited natural resources. And it is obvious that the planet simply cannot support 3 billion people in Asia living European lifestyles.

Sheng is not affraid, candid and realistic. In the first talk he speaks about financial Godzilla’s: banks that are too big to fail. He states that you can’t solve a debt crisis with more debt and that financial Godzilla’s nowadays have a free lunch. The idea of a free market is a myth! Well said Andrew!

Doorgaan met het lezen van “Overconsumption and excess leverage”