Rente in de Europese geschiedenis

Deze blog over rente heb ik geschreven voor de Stichting Onderzoekscentrum Rentevrije Financiële Dienstverlening en is te lezen op hun website.

europa

Discussie
Rente wordt vaak gezien als een wetmatigheid, een noodzakelijkheid, een gegeven. De geschiedenis leert ons echter dat rente lang niet altijd vanzelfsprekend is geweest: de mensheid heeft in het verleden diverse rentevrije geldsystemen gekend. Het grote voordeel van deze systemen is dat doorgaans veel meer op vertrouwen gebaseerd zijn dan geldsystemen met rente. Door de aanhoudende ecologische, sociale en financiële crises worden wij nu gedwongen het bestaande geldsysteem en haar belangrijkste kenmerken, waaronder rente, te bediscussiëren en alternatieven te onderzoeken. Dit is niets nieuws. In zijn boek Schuld. De eerste 5000 jaar (2012) toont David Graeber aan dat de strijd tussen arm en rijk de afgelopen duizenden jaren voornamelijk de vorm van conflicten tussen schuldeisers en schuldenaren heeft aangenomen, onder andere in de vorm van discussies over schuldhorigheid, kwijtschelding en het recht en onrecht van rentebetaling.

Rente
Wat is rente eigenlijk? De definitie van rente is een vergoeding of betaling voor het gebruik van geld. Rente wordt doorgaans berekend over een schuld. Wat is een schuld? Een schuld is een verplichting een bepaalde som geld binnen een vastgestelde termijn te betalen. Binnen het bestaande geldsysteem betalen mensen zonder geld rente, omdat zij schulden maken; mensen met geld ontvangen rente, omdat zij geld uitlenen. Ofwel, door rente op schuld wordt geld overgedragen van degenen die niet genoeg geld hebben aan hen die wel genoeg geld hebben. Gezien dit kenmerk van het geldsysteem, is het niet vreemd dat rijkdom zich concentreert. Concentratie van geld is een logisch gevolg van rente op schuld. Wat wel vreemd is, is dat er nauwelijks studies zijn gedaan naar deze overdracht van rijkdom. Ik heb er slechts één gevonden. Deze is in 1982 uitgevoerd in Duitsland. Uit dit onderzoek blijkt dat er via rente een systematische overdracht van rijkdom van 80% van de bevolking naar de top 10% plaatsvindt. Voor de duidelijkheid: deze overdracht heeft niets te maken met de slimheid, de inzet en het ondernemerschap van de participanten, maar is een gevolg van het huidige geldsysteem.

De Oudheid
Hoe is dit merkwaardige principe ontstaan? Hierop is geen eenduidig antwoord te vinden, omdat de herkomst van rente van voor de ontwikkeling van het schrift dateert. Duidelijk is wel dat systemen met rente en systemen zonder rente elkaar de afgelopen paar duizend jaar hebben afgewisseld en gedurende sommige perioden naast elkaar hebben bestaan. Een van de eerste die rente in Europa bekritiseerde was de Griekse filosoof Aristoteles. Hij was faliekant tegen een chrematistieke manier van leven. Met chrematistiek bedoelde hij het maken van geld met geld. Het geld is dan zelf de bron van de winst en wordt niet gebruikt waarvoor het is uitgevonden; het is gecreëerd voor de warenruil.

Middeleeuwen
Toch verdween rente in Europa pas na de ineenstorting van het Romeinse Rijk; toen de Romeinse macht verzwakte, trokken christelijke religieuze autoriteiten het economische leven in. Langzaam maar zeker verboden zij woeker en het excessief uitlenen van geld. Deze quote van Thomas van Aquino (1225 – 1274) is typerend voor het denken over rente in de Middeleeuwen:

“Rente vragen voor geleend geld is onrechtvaardig, omdat daarmee iets wordt verkocht dat niet bestaat, en dit leidt zonder twijfel tot ongelijkheid, hetgeen in strijd is met gerechtigheid. Geld is bedoeld om als ruilmiddel te dienen. Daarom is het onwettig om geld te vragen voor het gebruik van geleend geld, dat bekend staat als rente.”

Niet alleen het Christendom, maar ook het Jodendom en de Islam hadden in het verleden strenge regels om woeker te voorkomen. Woeker was elke vorm van het uitlenen van geld tegen rente. Tegenwoordig herinnert alleen de Islam mensen er nog aan dat rente een probleem van (on-)rechtvaardigheid is.

Kapitalisme
In de 12e eeuw kregen koopmanskapitalisten voet aan de grond, met name in de onafhankelijke steden in Noord-Italië en Hanzesteden in Noord-Europa. Hiermee veranderde het machtsevenwicht. De Italiaanse bankiers gingen zelfs regeren en dit bood hen de mogelijkheid nieuwe juridische systemen in te voeren, eigen legers op te richten en – als eerste – een systeem van overheidsschuld en rente te implementeren. Dankzij hun legers konden zij belastingen innen en rente betalen. Rente werd hierdoor langzaam maar zeker weer geaccepteerd in het economisch leven. Het duurde echter nog een paar eeuwen voordat ook de christelijke leiders om waren. Pas in de 16e eeuw wezen protestantse denkers als Luther en Calvijn het absolute verbod op rente af. Vanaf toen was een redelijke rente (meestal 5 procent) geen zonde meer, als de financier in goed vertrouwen handelde, het uitlenen van geld niet zijn enige handel was en hij geen armen uitbuitte. Nog wat later gingen ook de katholieke leiders om. Rente werd voor velen een gegeven.

Toekomst
Het geldsysteem staat nu ter discussie, omdat we geconfronteerd worden met crises. Steeds helderder wordt bovendien dat geld niet echt is: geld is een afspraak en zal daarom altijd ter discussie staan. Lietaer stelt in zijn boek Geld en duurzaamheid (2012) terecht dat geld een overeenkomst is binnen een gemeenschap om op een gestandaardiseerde manier iets te gebruiken als ruilmiddel. Anders gezegd, wij mogen zelf bepalen welke ruilmiddelen wij gebruiken en welke eigenschappen wij deze ruilmiddelen geven. Lietaer raadt aan om naast de euro parallelle overeenkomsten af te sluiten en rentevrije complementaire munten in omloop te brengen. Op deze manier kunnen wij verschillende sociale, ecologische en economische doelstellingen realiseren. Rentevrij geld is ook naar mijn mening de toekomst. De grote vraag is of rentevrij financieren met euro’s of met een aparte munt dient te gebeuren. Wat denkt u?

Zelf geld maken

Zelf geld maken. Een grap? Nee, dit kan. In België is er sinds kort zelfs een lesprogramma voor de lagere school over zelf geld maken (wereldlesidee.be). In deze les leren kinderen hoe ze  ‘mekaar helpen’ kunnen omzetten in ‘geld’, geen echt geld, maar toch iets dat ze kunnen sparen en waarmee ze anderen kunnen ‘betalen’.

Belgische kinderen leren inmiddels dus dat geld een afspraak is en dat mensen nieuw geld kunnen creëren door nieuwe afspraken te maken. Zo eenvoudig is het. Ook leren zij dat ruilen een vorm van betalen is. Ofwel, economie is meer dan geld. Het lijkt erop dat het gedachtegoed van Bernard Lietaer, schrijver van Geld en duurzaamheid, steeds meer voet aan de grond krijgt ons buurland. Volgen wij? Nederlanders en volwassenen?

wereldlesidee_titel

Geld en duurzaamheid

Hieronder een recensie van mijn hand over Geld en duurzaamheid van Bernard Lietaer (ISBN 9789062245215). Onder andere gepubliceerd op globalinfo.nl.

Geld en duurzaamheid

Monetaire ecosysteem
Lietaer en zijn medeauteurs pleitten er in dit boek voor de monocultuur van op schuld gebaseerd, door rente gedreven geld te verlaten en te gaan naar een monetair ecosysteem. Ofwel het monopolie van één munt in een land dient te worden doorbroken en meerdere munten dienen naast elkaar geïmplementeerd te worden. Zolang dit niet gebeurt, zal het financieel-economisch systeem volgens de schrijvers instabiel zijn.

Geldsysteem
Dennis Meadows, bekend van roemruchte boek Limits to Growth (1972), schrijft in zijn voorwoord dat hij lang niet heeft nagedacht over het geldsysteem. Hij nam het als een neutraal en onvermijdelijk aspect van de menselijke samenleving aan. Meadows is zeker niet de enige die zo over geld denkt. De schrijvers merken op:

“Streven naar duurzaamheid zonder ons geldsysteem te herstructureren is een naïeve benadering en is gedoemd te mislukken.”

In Geld en duurzaamheid wordt aangetoond dat conventioneel geld geen gedragsmatig en passief ruilmiddel is, maar juist leidt tot onduurzaam gedrag. Meadows zegt na het lezen van dit rapport te begrijpen dat het heersende financiële systeem op vijf manieren niet verenigbaar is met duurzaamheid:

* het veroorzaakt op- en neergaande cycli in de economie;
* het produceert kortetermijndenken;
* het vereist eindeloze groei;
* het concentreert rijkdom;
* het vernietigt sociaal kapitaal.

Systemische crisis
De crisis die wij nu meemaken is geen incident. Volgens IMF-gegevens ondervonden tussen 1970 en 2010 145 landen bankencrises; tel daarbij 208 monetaire crashes en 72 crises met staatsschulden. Dat geeft een totaal van 425 systemische crisis, oftewel: gemiddeld elk jaar meer dan tien landen in crisis! De schrijvers merken terecht op dat de neiging om elke systemische crisis als een apart geval te bekijken, de gemeenschappelijke drijvers achter deze crises verdoezelt.

Monetaire blinde vlek
Wij lijden volgens Lietaer en consorten aan een monetaire ‘blinde vlek’. Deze heeft tenminste drie lagen:

*De hegemonie van het denken in één valuta’. Net als Graeber in zijn boek Schuld merken de schrijvers op dat er in het verleden diverse samenlevingen hebben bestaan die tweevoudige of mulit-muntsystemen gebruikten.

*De ideologische oorlog van ‘kapitalisme tegen communisme’. Beide vinden het gebruik van een centrale munt vanzelfsprekend.

*Een geïnstitutionaliseerde status-quo. Centrale banken blijven gehecht aan het idee dat een monopolie van een enkele nationale, op bankschuld gebaseerde munteenheid in elk land of elke landengroep moet worden afgedwongen.

Chicago Plan
Het ‘Chicago Plan‘ wordt de laatste tijd zo nu en dan geopperd als oplossing voor de crisis. Dit betekent nationalisering van de geldschepping wat diverse voordelen oplevert. De mogelijkheid van toekomstige bankcrashes kan zo worden verminderd en alle staatsschuldencrises kunnen direct worden opgelost. Toch vinden de schrijvers dit niet de beste oplossing. Een privé-monopolie wordt namelijk vervangen door een publiek monopolie. Bovendien zullen monetaire crashes blijven bestaan en vragen zij zich af of het Chicago Plan politiek haalbaar is.

Duurzaamheid
De schrijvers maken gebruik van complex flow networks om duurzaamheid te bestuderen. Als we duurzaamheid plastisch uitdrukken, zijn er in deze theorie drie variabelen betrokken: diversiteit, interconnectiviteit en de balans tussen efficiëntie tegenover veerkracht. Een monocultuur kan dus nooit stabiel zijn. Lietaer en consorten concluderen dan ook dat het monopolie van een soort geld leidt tot crises en dat diversiteit in ruilmiddelen nodig is om stabiliteit te realiseren. Zij raden een monetair ecosysteem aan, waarin andere ruilmiddelen dan bankgeld een rol spelen.

Complementair geld
Geld is, volgens de schrijvers, een overeenkomst binnen een gemeenschap om op een gestandaardiseerde manier iets te gebruiken als ruilmiddel. Naast de euro kunnen wij parallelle overeenkomsten afsluiten en complementaire munten in omloop te brengen om verschillende doelstellingen te realiseren: sociale, ecologische, maar evengoed economische. In dit rapport worden negen modellen besproken; vijf modellen die zonder toestemming van overheid kunnen worden ingevoerd en vier waar de overheid als initiatiefnemer optreedt. De Gentse Torekes om milieu- en buurtzorg te promoten en de C3 Uruguay om de nationale economie te versterken zijn bekende bestaande voorbeelden. De schrijvers benadrukken dat de overheid belangrijk is, omdat zij monetaire ecosystemen naar een hoger niveau kan brengen. De eerste en belangrijkste taak is het weghalen van de obstakels die het monopolie van een valuta beschermen, zodat gespecialiseerde ruilmiddelen ontwikkeld kunnen worden.

Conclusie
Dit rapport is een toevoeging aan de bestaande literatuur, omdat het heldere analyse van het huidige geldsysteem biedt en diverse onorthodoxe oplossingen voor de crisis geeft. Het verdient zeker meer aandacht. Meerdere munten kunnen bijdragen aan stabiliteit en door te kiezen voor andere betaalmiddelen kunnen drijfveren en gedrag veranderen in de richting van duurzaamheid en solidariteit. De grote vraag blijft echter of democratische controle over de geldschepping (het Chicago Plan) niet de allerbelangrijkste stap in dit proces is. Veel complementaire munt modellen voelen toch wat klein aan. Controle over nationale geldschepping lijkt mij cruciaal, zeker in tijden van transitie…

Nobelprijs?

nobel_economics_medium

Naar aanleiding van mijn blog van gisteren attendeerden een aantal mensen mij op de uitzonderlijke status van de Nobelprijs van Economie; deze prijs is eigenlijk een prijs van de Sveriges Riksbank – de Zweedse Centrale Bank – voor economie ter nagedachtenis aan Alfred Nobel en dus geen officiële Nobelprijs. Het verwarrende is dat de prijs wel wordt  uitgereikt op dezelfde ceremoniële gebeurtenis als de andere Nobelprijzen. Ik citeer graag Bernard Lietaer (bron) die dit dubieuze verhaal helder uitlegt:

“Challenging a paradigm in any field is always a risky business. In particular, challenging the monetary paradigm can be interpreted as violating an academic taboo. It somehow gets in the way in being invited to the top conferences or getting published in the most prestigious “peer-reviewed” journals. Let us take as example the most prestigious award of all, the “Nobel Prize in Economics”. Many people ignore that there is a significant difference between that economics prize and the other five established in 1901; the ones in physics, chemistry, medicine, literature and peace. The Economics prize is the only one that wasn’t created by the will of Alfred Nobel, nor is it funded by the Nobel Foundation. Its technical name is the “Sveriges Riksbank Prize in Economic Sciences in Memory of Alfred Nobel”, and it was first awarded in 1969. Its laureates are selected exclusively by the Board of the Swedish central bank, and its funding is coming from the
central bank. Is it surprising that none of the 64 Nobel Laureates in economics so far have made the mistake of challenging the monetary paradigm?”

En Lietaer stelt:

“Paul Krugman told the author personally in 2002 in Seoul, Korea, that he has always followed one piece of advice that his MIT professors had given him: “never touch the money system”. He did get the Nobel in 2008.”

Het disfunctionerende geldsysteem ter discussie stellen schijnt dus een taboe te zijn. Dit roept vragen op. Welke machten willen dit niet? En wat is een Nobelprijs eigenlijk waard als bepaalde essentiële economische onderwerpen niet mogen worden besproken? Zegt u het maar. Ik snap het niet meer…

Lietaer over geld

Onderstaand een recent interview met Bernard Lietaer – een Belgische professor, schrijver en voorheen bankier bij de Belgische Centrale Bank – waarin hij diverse onderwerpen bespreekt. Begin dit jaar lunchte ik een keer met Bernard. In ons gesprek benadrukte hij dat centrale banken enkel de stabiliteit van het bestaande systeem willen garanderen. Zij zijn dus niet op zoek naar een beter systeem, terwijl dit wel nodig is.

Gisteren bij het Sustainable Finance Lab bleek hoe lastig het is voor bankiers en economische wetenschappers om out-of-the-box te denken en vernieuwend bezig te zijn. Enkel de excessen van het bestaande systeem worden besproken en bestreden. Duurzaamheid wordt geïnterpreteerd als stabiliteit, dat de relatie tussen geld en ecologie niet klopt, lijkt niet te zijn doorgedrongen tot de meeste deelnemers. Een circulaire economie is noodzakelijk, ons lineaire geldsysteem is hier niet geschikt voor (zie dit artikel meer uitleg). Dat geld binnen ons huidige geldsysteem van arm naar rijk blijft stromen door rente is al helemaal geen onderwerp bij discussies over het hervormen van de financiële sector. Het zal dus nog wel even duren voordat de financiële,  ecologische en sociale crises zijn opgelost. Veel machtsstructuren zitten nog in de weg en we zijn gewend geraakt economie puur financieel te zien terwijl ook ecologie en sociale rechtvaardigheid onderdeel zijn van economie. Lietaer geeft enkele alternatieve denkrichtingen. Geldsystemen zijn geen natuurwetten, maar kunnen door mensen worden ontworpen. Een ander geldsysteem is mogelijk!

Complementair geld

Complementair valuta veranderen het bestaande geldsysteem langzaam maar zeker. Steeds meer complementaire geldsystemen worden wereldwijd geïmplementeerd. Voorbeelden zijn de regiogeld, LETS, barter exchanges, time banks en Commercial Credit Circuits. Zij kennen een grote diversiteit in doel, opzet en schaal. De overkoepelende kenmerken zijn dat zij onbevredigde behoeften koppelen aan onbenutte hulpbronnen en dat zij gebruikt worden om sociale, ecologische en economische problemen op te lossen.

Complementaire valuta sleutelen in mijn ogen altijd een van de kenmerken van ons huidige geldsysteem. Dit zijn:

1. Geld hoort bij een natie (of groep van naties).

2. Al het geld is fiat geld.

3. Geld = Schuld en wordt door private banken gecreëerd.

4. Op nagenoeg alle schuld wordt rente geheven.

Complementaire valuta horen daarentegen vaak bij een regio, zijn regelmatig gebaseerd op een reële waarde, zijn doorgaans niet op schuld gebaseerd en kennen vaak een zeer lage of 0-rente. Voor ons allemaal is het belangrijk te beseffen dat ons geld geen geven is; wij kunnen nieuwe, betere geldsystemen ontwerpen en implementeren.

Doorgaan met het lezen van “Complementair geld”