Een opmerkelijk gesprek over geldschepping, rente en derivaten

money-gold

Onlangs werd ik via internet door een directievoorzitter van een regionale Rabobank benaderd. Vorige week had ik een tof gesprek met hem over de financieel-economische crisis. Zijn oplossingen zullen u verbazen. Hij stelde dat het eigenlijk heel simpel is en ik ben het grotendeels met hem eens. Slechts drie zaken dienen er volgens hem te veranderen, te weten:

1) Plaats geldschepping onder publiek bestuur. Geldschepping door private partijen – zoals nu het geval is – heeft ook in het verleden altijd geleid tot problemen.

2) Vervang rente door een bescheiden vaste vergoeding of winst- en verliesdeling.

3) Sta handel in derivaten alleen toe voor degenen die het onderliggende (financiële) product ook echt bezitten. Dus een boer die het risico van misoogst wil afdekken met een derivaat is prima, een handelaar die alleen wil profiteren van koersschommelingen niet.

Al deze ideeën zijn niet nieuw. Hieronder drie prachtige quotes die dit laten dit zien. De eerste is van Thomas Jefferson (1743 – 1826), de derde president van de V.S., en gaat over geldschepping:

“If the American people ever allow private banks to control issue of their currency, first by inflation, then by deflation, the banks and the corporations will grow up around them, will deprive the people of all property until their children wake up homeless on the continent their fathers conquered. The issuing power should be taken from the banks and restored to the people, to whom it properly belongs.”.

Ten tweede een quote van de Italiaanse filosoof en theoloog Thomas van Aquino (1225 – 1274) over rente. Hij stelde:

“Rente vragen voor geleend geld is onrechtvaardig, omdat daarmee iets wordt verkocht dat niet bestaat, en dit leidt zonder twijfel tot ongelijkheid, hetgeen in strijd is met gerechtigheid. Geld is bedoeld om als ruilmiddel te dienen. Daarom is het onwettig om geld te vragen voor het gebruik van geleend geld, dat bekend staat als rente.” 

Tenslotte een ijzersterke quote van ’s werelds bekendste en succesvolste investeerder Warren Buffet. Hij waarschuwde in het jaarverslag van zijn bedrijf Berkshire Hathaway’s in 2002 al voor de gevaren van derivaten:

“Charlie and I are of one mind in how we feel about derivatives and the trading activities that go with them: We view them as time bombs, both for the parties that deal in them and the economic system….. The derivatives genie is now well out of the bottle, and these instruments will almost certainly multiply in variety and number until some event makes their toxicity clear…. Central banks and governments have so far found no effective way to control, or even monitor, the risks posed by these contracts….. In our view, however, derivatives are financial weapons of mass destruction, carrying dangers that, while now latent, are potentially lethal.”

Kortom, ons denken over en onze houding ten opzichte van geld veranderen voortdurend. Ook nu weer. Anno 2014 zien volgens mij steeds meer mensen in dat geld ons gezamenlijk ruilmiddel is waarmee we economie bedrijven en dat geld dus geen doel op zich is. Ook weten wij inmiddels best wel dat het neoliberale denken ons de afgelopen decennia op een verkeerd spoor heeft gezet en dat radicale verandering nodig is om dit te herstellen. Het gesprek met de directievoorzitter van de Rabobank heeft mij laten zien dat dit kan. We kunnen veranderen zowel individueel als collectief. Gelukkig maar!

Rente in de Europese geschiedenis

Deze blog over rente heb ik geschreven voor de Stichting Onderzoekscentrum Rentevrije Financiële Dienstverlening en is te lezen op hun website.

europa

Discussie
Rente wordt vaak gezien als een wetmatigheid, een noodzakelijkheid, een gegeven. De geschiedenis leert ons echter dat rente lang niet altijd vanzelfsprekend is geweest: de mensheid heeft in het verleden diverse rentevrije geldsystemen gekend. Het grote voordeel van deze systemen is dat doorgaans veel meer op vertrouwen gebaseerd zijn dan geldsystemen met rente. Door de aanhoudende ecologische, sociale en financiële crises worden wij nu gedwongen het bestaande geldsysteem en haar belangrijkste kenmerken, waaronder rente, te bediscussiëren en alternatieven te onderzoeken. Dit is niets nieuws. In zijn boek Schuld. De eerste 5000 jaar (2012) toont David Graeber aan dat de strijd tussen arm en rijk de afgelopen duizenden jaren voornamelijk de vorm van conflicten tussen schuldeisers en schuldenaren heeft aangenomen, onder andere in de vorm van discussies over schuldhorigheid, kwijtschelding en het recht en onrecht van rentebetaling.

Rente
Wat is rente eigenlijk? De definitie van rente is een vergoeding of betaling voor het gebruik van geld. Rente wordt doorgaans berekend over een schuld. Wat is een schuld? Een schuld is een verplichting een bepaalde som geld binnen een vastgestelde termijn te betalen. Binnen het bestaande geldsysteem betalen mensen zonder geld rente, omdat zij schulden maken; mensen met geld ontvangen rente, omdat zij geld uitlenen. Ofwel, door rente op schuld wordt geld overgedragen van degenen die niet genoeg geld hebben aan hen die wel genoeg geld hebben. Gezien dit kenmerk van het geldsysteem, is het niet vreemd dat rijkdom zich concentreert. Concentratie van geld is een logisch gevolg van rente op schuld. Wat wel vreemd is, is dat er nauwelijks studies zijn gedaan naar deze overdracht van rijkdom. Ik heb er slechts één gevonden. Deze is in 1982 uitgevoerd in Duitsland. Uit dit onderzoek blijkt dat er via rente een systematische overdracht van rijkdom van 80% van de bevolking naar de top 10% plaatsvindt. Voor de duidelijkheid: deze overdracht heeft niets te maken met de slimheid, de inzet en het ondernemerschap van de participanten, maar is een gevolg van het huidige geldsysteem.

De Oudheid
Hoe is dit merkwaardige principe ontstaan? Hierop is geen eenduidig antwoord te vinden, omdat de herkomst van rente van voor de ontwikkeling van het schrift dateert. Duidelijk is wel dat systemen met rente en systemen zonder rente elkaar de afgelopen paar duizend jaar hebben afgewisseld en gedurende sommige perioden naast elkaar hebben bestaan. Een van de eerste die rente in Europa bekritiseerde was de Griekse filosoof Aristoteles. Hij was faliekant tegen een chrematistieke manier van leven. Met chrematistiek bedoelde hij het maken van geld met geld. Het geld is dan zelf de bron van de winst en wordt niet gebruikt waarvoor het is uitgevonden; het is gecreëerd voor de warenruil.

Middeleeuwen
Toch verdween rente in Europa pas na de ineenstorting van het Romeinse Rijk; toen de Romeinse macht verzwakte, trokken christelijke religieuze autoriteiten het economische leven in. Langzaam maar zeker verboden zij woeker en het excessief uitlenen van geld. Deze quote van Thomas van Aquino (1225 – 1274) is typerend voor het denken over rente in de Middeleeuwen:

“Rente vragen voor geleend geld is onrechtvaardig, omdat daarmee iets wordt verkocht dat niet bestaat, en dit leidt zonder twijfel tot ongelijkheid, hetgeen in strijd is met gerechtigheid. Geld is bedoeld om als ruilmiddel te dienen. Daarom is het onwettig om geld te vragen voor het gebruik van geleend geld, dat bekend staat als rente.”

Niet alleen het Christendom, maar ook het Jodendom en de Islam hadden in het verleden strenge regels om woeker te voorkomen. Woeker was elke vorm van het uitlenen van geld tegen rente. Tegenwoordig herinnert alleen de Islam mensen er nog aan dat rente een probleem van (on-)rechtvaardigheid is.

Kapitalisme
In de 12e eeuw kregen koopmanskapitalisten voet aan de grond, met name in de onafhankelijke steden in Noord-Italië en Hanzesteden in Noord-Europa. Hiermee veranderde het machtsevenwicht. De Italiaanse bankiers gingen zelfs regeren en dit bood hen de mogelijkheid nieuwe juridische systemen in te voeren, eigen legers op te richten en – als eerste – een systeem van overheidsschuld en rente te implementeren. Dankzij hun legers konden zij belastingen innen en rente betalen. Rente werd hierdoor langzaam maar zeker weer geaccepteerd in het economisch leven. Het duurde echter nog een paar eeuwen voordat ook de christelijke leiders om waren. Pas in de 16e eeuw wezen protestantse denkers als Luther en Calvijn het absolute verbod op rente af. Vanaf toen was een redelijke rente (meestal 5 procent) geen zonde meer, als de financier in goed vertrouwen handelde, het uitlenen van geld niet zijn enige handel was en hij geen armen uitbuitte. Nog wat later gingen ook de katholieke leiders om. Rente werd voor velen een gegeven.

Toekomst
Het geldsysteem staat nu ter discussie, omdat we geconfronteerd worden met crises. Steeds helderder wordt bovendien dat geld niet echt is: geld is een afspraak en zal daarom altijd ter discussie staan. Lietaer stelt in zijn boek Geld en duurzaamheid (2012) terecht dat geld een overeenkomst is binnen een gemeenschap om op een gestandaardiseerde manier iets te gebruiken als ruilmiddel. Anders gezegd, wij mogen zelf bepalen welke ruilmiddelen wij gebruiken en welke eigenschappen wij deze ruilmiddelen geven. Lietaer raadt aan om naast de euro parallelle overeenkomsten af te sluiten en rentevrije complementaire munten in omloop te brengen. Op deze manier kunnen wij verschillende sociale, ecologische en economische doelstellingen realiseren. Rentevrij geld is ook naar mijn mening de toekomst. De grote vraag is of rentevrij financieren met euro’s of met een aparte munt dient te gebeuren. Wat denkt u?

De crisis oplossen

Hoe komen wij dan aan ons huidige geldsysteem? zult u zich misschien geregeld afvragen. Dat is een goede vraag die vele politici, economen en bankiers tegenwoordig ontwijken. Zij doen net alsof er maar één geldsysteem mogelijk is, alsof ons geld ons heeft gekozen, alsof het een natuurwet is, een gegeven. Dit is het niet. Mensen hebben in het verleden dit geldsysteem ontwikkeld en het zijn mensen die eraan vasthouden. Ik stel dat er diverse alternatieven zijn die de financiële crisis in een keer kunnen oplossen. Een voorbeeld: de introductie van een munt met negatieve rente. Dit is een beproefd concept dat afkomt van Sylvio Gesell (1862-1930).

Gesell noemde zichzelf vrij-econoom en verwierp honderd jaar geleden al het huidige geldstelsel met rente, omdat binnen dit systeem degenen met geld beloond worden zonder dat zij daarvoor een inspanning leveren. Om deze reden stelde Gesell een negatieve rente voor: voor het gebruik van geld moest net zoals voor het gebruik van elektriciteit of de telefoon worden betaald. Naarmate je geld langer in je zak houdt, moet je er meer voor betalen. Gesell zag mijn inziens toen al in dat de waarde van geld met name in zijn functie als ruilmiddel zit. 

Een geslaagd praktijkvoorbeeld. In 1932 werd de burgemeester van het Oostenrijkse plaatsje Wörgl, die de prachtige naam Untenguggenberger droeg, geconfronteerd met hoge werkloosheid en veel onbevredigde behoeften in zijn gemeente. Omdat hij slechts een klein bedrag aan schillingen in kas had, besloot hij met behulp van de lokale spaarbank zijn eigen alternatieve muntsoort te creëren. Arbeiders die voor de gemeente werkten werden betaald in vrijgeld. De omloopsnelheid van dit vrijgeld werd gestimuleerd doordat op het vasthouden van deze biljetten een negatieve rente werd geheven. Indien je het vrijgeld niet uitgaf, maar in je portemonnee liet zitten, verloor het dus zijn waarde. Precies zoals Gesell had bedacht. Door de negatieve rente kwam het economisch verkeer in Wörgl razendsnel op gang. De omloopsnelheid van deze vrijgeldbankbiljetten was zo groot dat er naar verluidt in enkele maanden een marktomzet ontstond van $7,5 miljoen. De investeringen liepen in een jaar op met meer dan 200 procent. De werkloosheid daalde van 30% naar een marginaal niveau. Rekeningen en belastingen werden meteen betaald en achterstallig onderhoud werd uitgevoerd. Vrijgeld bevorderde niet alleen de gemeenschapseconomie, maar ook de traditionele economie, die wel bleef werken met schillingen. Het succes was overweldigend.

In de jaren dertig waren er veel van dergelijke initiatieven en nog vele andere gemeenten wilden het negatieve rente concept kopiëren. Maar de Centrale Bank van Oostenrijk verbood alle projecten, omdat er concurrentie met de nationale monetaire autoriteiten plaats vond. Wederom blijkt dat geld en macht onverbiddelijk met elkaar verbonden zijn. Monetaire decentralisatie wordt gezien als een bedreiging van de centrale macht. Dankzij IT zijn de mogelijkheden voor lokale geldsystemen zonder rente echter groter dan ooit te voren. Mogelijk dat Gesell’s ideeën alsnog voet aan de grond krijgen. Tijdgenoten Irving Fisher (1867-1947) en John Maynard Keynes (1883-1946) erkenden zijn gelijk al. De laatste schijnt zelfs over deze vrij-econoom gezegd te hebben:

“De toekomst zal meer leren van Gesell dan van Marx.”

Laten we experimenteren met andere geldsystemen met het doel een beter systeem te ontwikkelen. Binnen het huidige paradigma wordt de financiële crisis niet opgelost. Het kan anders. Het kan beter. 

Een les van de grootste econoom aller tijden

Bij Karl Marx denken veel mensen aan het communisme. Ik niet. Ik denk aan zijn briljant analyses. En ik ben niet alleen. Miljoenen zijn dankzij Marx overtuigd geraakt van het feit dat de dynamiek van het kapitalisme onhoudbaar is. Hiermee is hij wellicht de grootste econoom aller tijden. Hieronder een korte introductie die vreemd genoeg niet op elke economie opleiding wordt gegeven.

Marx merkt in das Kapital op dat mensen aanvankelijk producten verkochten voor een bepaalde prijs om geld te verdienen, met het geld konden zij andere producten direct of op een later tijdstip kopen om de behoeften te bevredigen. Marx legt dit ruilproces van waren in de volgende vormverandering, van waar naar geld naar waar, uit.

Waar > Geld > Waar
W > G > W

Het resultaat van dit proces is materieel beschouwd de beweging W-W, ruil van waar tegen waar, stofwisseling van maatschappelijke arbeid. Deze kringloop begint met de ene waar en wordt afgesloten met de andere waar, welke aan de circulatie wordt onttrokken en in de sfeer van consumptie terecht komt. Het einddoel is consumptie, behoeftebevrediging, of in Marx zijn woorden de gebruikswaarde.  Marx beschrijft ook een principieel andere vormverandering, van geld naar waar naar geld.

Geld > Waar > Geld
G1 > W > G2

Het gaat hier om de omzetting van geld in waar en heromzetting van waar in geld, kopen om te verkopen. Geld, dat op deze wijze circuleert, verandert volgens Marx in kapitaal, wordt kapitaal en is reeds naar zijn bestemming slechts kapitaal. Deze kringloop gaat uit van geld en komt tenslotte bij geld terug. De voornaamste drijfveer, het uiteindelijke doel, is hier dus de ruilwaarde zelf. Kopen om tegen een hogere prijs te verkopen. Het verschil tussen G2 en G1 is de opbrengst van de handel, de gebruikswaarde van W is niet van belang voor de handelaar. Marx stelt terecht dat handelskapitaal tenminste nog is verbonden aan koop en verkoop, aan de beweging van de circulatie. Voor woekerkapitaal ofwel rentedragende leningen geldt dit niet.

Geld > Geld
G1 > G2

Doorgaan met het lezen van “Een les van de grootste econoom aller tijden”

Een andere kijk op geld.

Gisteren (8 juni 2012) heb ik een lezing gegeven op de Nationale Milieudag van de Vereniging van Milieuprofessionals. Ik heb een andere visie op geld gegeven. Eerst heb ik de kenmerken van het huidige systeem besproken, vervolgens de tekortkomingen en tenslotte de oplossingen.

De belangrijkste kenmerken van ons geldsysteem zijn:

1. Geld hoort bij een natie (of groep van naties).

2. Al het geld is fiat geld.

3. Geld = Schuld en wordt door private banken gecreëerd.

4. Op nagenoeg alle schuld wordt rente geheven.

Doorgaan met het lezen van “Een andere kijk op geld.”

Mensen, Macht en Geld

Macht is misschien wel het grootste filosofische vraagstuk. Waarom heerst soms de ene gedachte en dan de andere? Waarom geloofden mensen eerst in Goden, toen in de ratio en geloven wij nu in de markt?

Filosoof Foucault leert ons dat je verzetten tegen overheersing vrijheid is. Zolang het financieel-economisch systeem zo velen onderdrukt en onderwaardeert, zullen wij naar verandering moeten blijven streven. Het is logisch dat dit ten koste gaat van bestaande machtsblokken. In de geest van Foucault stel ik dat mensen die strijden voor meer vrijheid de transitie naar een duurzame en solidaire economie zullen realiseren. Vrijheid is dus niet vrijblijvend, maar moet worden veroverd.

Doorgaan met het lezen van “Mensen, Macht en Geld”