Requiem For The American Dream

Afgelopen vrijdagavond was ik uitgenodigd door TransitieCinema en Duurzaam Den Haag om de documentaire Requiem For The American Dream te kijken en na afloop commentaar te geven, vragen uit de zaal te beantwoorden en deel te nemen aan groepsdiscussies. Een geslaagde avond omdat de film een ijzersterke analyse is en veel van de aanwezigen actief participeerden in de zoektocht naar oplossingen.

Centraal in Requiem For The American Dream staan interviews met Noam Chomsky. Chomksy is taalkundige, filosoof, politiek activist, en inmiddels 87 jaar oud. Door zijn ervaring en leeftijd is Requiem For The American Dream een soort getuigenverslag. Chomsky begon bijna 50 jaar geleden met aandacht vragen voor stijgende ongelijkheid en machtsconcentratie in de V.S., en heeft dit sindsdien voortdurend gedaan. Bovendien kan deze intellectueel als geen ander extreem helder analyseren en redeneren.

Chomsky benoemt “ten principles of concentration of wealth and power” waaronder het verminderen van democratie, het ontwikkelen van ideologie, het herontwerpen van de economie (van productie naar financiële markten en offshoring), het verlagen van belasting op winsten en dividenden, en het afbreken van sociale voorzieningen. Door middel van voorbeelden wordt uitgelegd hoe de achterliggende dynamiek werkt en hoe stijgende ongelijkheid en machtsconcentratie elkaar versterken. Ondanks dat Requiem For The American Dream gaat over de V.S. is de documentaire ook interessant voor Europeanen. Europa heeft zich namelijk, weliswaar in iets afgezwakte vorm, in dezelfde richting ontwikkeld.

Alhoewel Chomksy’s analyse genadeloos is, benadrukt hij ook dat “freedom om speech” nog steeds zeer groot is in de V.S. Dit is een belangrijke les. Ook in Europa leven wij nog steeds in een vrije maatschappij. Dit betekent dat indien mensen zich massaal schalen achter veranderingsvoorstellen verandering wel degelijk gerealiseerd kan worden. Dit vraagt echter wel om actieve participatie. Requiem For The American Dream toont enkele inspirerende voorbeelden uit de democratiseringsgolf van de 1950s en 1960s. Kortom, massaal kijken dus!

 

 

Vrijheid en gelijkheid

Zojuist de documentaire Park Avenue: money, power and the American Dream gekeken. Een aanrader. Helder wordt uitgelegde hoe de ideologie van de vrije markt de V.S. aan het vernietigen is. De 400 rijkste mensen controleren inmiddels net zoveel rijkdom als de onderste 50% van de bevolking.

Tijdens het kijken moest ik denken aan de filosoof John Rawls. In zijn boek Theory of Justice stelt hij dat vrijheid niet kan bestaan als er niet genoeg gelijkheid is. Vrijheid en gelijkheid zijn volgens hem onlosmakelijk met elkaar verbonden. Rawls betoogt dat sociale en economische ongelijkheden zodanig dienen te worden gecontroleerd dat zij de minstbedeelden de best mogelijke vooruitzichten bieden, en functies en hoge posities voor iedereen toegankelijk zijn. Ofwel gelijk kansen voor iedereen.

Park Avenue laat zien hoe nijpend de situatie in de V.S. is. De allerarmsten profiteren niet van economische groei, de sociale mobiliteit is stilgevallen en het grote geld regeert. The American Dream blijkt niet meer dan een illusie, een farce. De grote vraag is wat er gaat gebeuren. Revolutie? Is er een revolutie nodig om wat meer vrijheid, gelijkheid en broederschap te realiseren? Wat denkt u?

Niet doen = vrijheid

Anno 2012 zien wij vrijheid doorgaans als iets doen en lijkt het er sterk op dat wij zijn vergeten dat vrijheid ook niet doen is. Sterker nog, het zou wel eens zo kunnen zijn dat juist door het erkennen van grenzen vrijheid ontstaat.

Niet doen als vrijheid is mijn inziens minstens een hele generatie vergeten. Graaien, plat genieten en radicaal hedonisme hebben een aantal decennia geheerst. Vele filosofen hebben in het verleden gewaarschuwd voor het vergeten van grenzen en daarom zijn overconsumptie, overmatige schulden en gigantische ongelijkheid zo dom. De Griekse filosoof Epiktetos (55 – 135) schreef:

“Eenmaal voorbij de juiste maat, is er geen grens meer.”

De Duitse schrijver Johann Wolfgang von Goethe (1749 – 1832):

“In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister.”

De Indiase spiritueel leraar Jiddu Krishnamurti (1895 – 1986) stelde:

“Vrijheid bestaat uit het erkennen van grenzen.”

Gelukkig zijn wij deze lessen niet helemaal vergeten. De Poolse filosofe en generatiegenoot Alicja Gescinska stelt in haar onlangs verschenen boek De verovering van de vrijheid:

“De ware vrijheid is begrensde vrijheid. Zij is begrensd door een morele wet.”

Zij heeft gelijk.  Het geloof ‘martijn vrij, wij allemaal vrij’ is simpelweg onmogelijk voor de hele wereldgemeenschap. Wij zullen vrijheid op een of andere manier moeten herdefiniëren en zijn dit deels al aan het doen. Steeds meer mensen beseffen zich dat niet achter de kudde aanhobbelen vrijheid is; dat je juist door niet mee te doen aan massaconsumptie vrij kunt zijn. Een doordacht hedonisme is anno 2012 dus nog steeds mogelijk op aarde. Dit wordt bereikt door geregeld niet doen – ofwel grenzen stellen – als vrijheid te beschouwen….

vrijheid loesje

Geld en slavernij

Lev Tolstoj  (1828-1910) stelde ruim honderd jaar geleden:

“Geld is een nieuwe vorm van slavernij, te onderscheiden van de oude door het simpele feit dat het onpersoonlijk is, er is geen menselijke relatie tussen de meester en de slaaf.”

Helaas krijgt Tolstoj steeds meer gelijk; ons huidige geldsysteem lijkt steeds meer op een slavernij systeem. Steeds meer mensen hebben namelijk banen die zij eigenlijk niet zien zitten, maar moeten doorgaan omdat zij hun schulden moeten aflossen. Zij besteden hun dus tijd niet op de manier die zij zelf wensen. In zeker zin zijn zij dus onvrij, is hun tijd het eigendom van een ander persoon of een instelling.

Het is onacceptabel dat schulden onze bewegingsvrijheid ernstig beperken en het is schrijnend dat dit probleem momenteel op grote schaal genegeerd wordt. Johann Wolfgang von Goethe (1759-1832) schreef ooit:

“Niemand is hopelozer onderworpen aan slavernij dan zij die onterecht geloven vrij te zijn.”

Begin 21ste eeuw heeft iedereen schulden. Cijfers van McKinsey laten zien dat de totale schulden van consumenten, bedrijven, de overheid en de financiële sector  in westerse economieën de afgelopen decennia zijn geëxplodeerd: rond 1990 bedrogen de totale schulden tussen de 120% en 200% van het BBP en in 2010 waren de totale schulden gegroeid tot tussen 240% en 450% van het BBP. Voor steeds meer zaken dienen wij geld lenen. Volgens het Consumer Financial Protection Bureau hebben Amerikaanse studenten inmiddels $1.000.000.000.000 geleend. De rentelasten op de schulden zijn enorm. 12% ($414 miljard) van de staatsbegroting van de VS bestond in 2009 uit rentebetalingen.

 Steeds meer mensen realiseren zich dat de toename van de schulden geen puur economische kwestie is; het is met name een politiek construct. Schulden horen bij het neoliberale denken en omdat dit denken de afgelopen decennia heeft geheerst zijn de schulden gestegen, en door deze toename van de schulden is de toekomstige tijdsbesteding van steeds meer mensen in steeds hogere mate vastgelegd. Wij zijn steeds meer tijd kwijt om onze private en collectieve schulden terug te betalen. Wij kunnen nauwelijks anders dan concluderen dat schuld een mechanisme is om individuen en staten te controleren. De socioloog en filosoof Maurizio Lazzarato stelt in een interview:

“Het is de terugbetaling van de staatsschuld die ‘beslist’ over de daling van de lonen, de afslanking van de sociale diensten, de uitgaven van de staat. Dit beïnvloedt onze levensstijl en maakt het onmogelijk om een breuk of een andere richting te overwegen. De schuld neutraliseert de tijd, dé grondstof van elke politieke of sociale verandering. Dit laat toe om een regressieve sociale organisatie op te leggen. Dit allemaal voor een schuld die nooit zal terugbetaald worden. Vanuit een economisch standpunt is dit waanzin!”

Wij zullen op een of andere manier moeten breken. Schuldsanering is een goede optie. Wij mogen niet accepteren dat geld mensen tot knecht maakt. Geld is een middel om zaken in de toekomst te realiseren; dit middel mag niet de toekomstige tijd van mensen vastleggen. We mogen onze ogen niet sluiten voor de slechte kanten van geld. Het machtsinstrument geld heeft er voor gezorgd dat eigendom is gecentraliseerd. Een herdefiniëring en herverdeling van geld en eigendom zijn dan ook onvermijdelijk. En dit kan. Het is een kwestie van doen.

Het eind van landen

In 2008 schilderden mijn broertje Roel en ik in New York voor het eerst vlaggen om grenzen ter discussie te stellen. Sindsdien maken wij, onder de naam ardvanderlinden, geregeld kunst over identiteit en landen; wij vragen ons nog steeds af waarom er landen zijn,  waarom mensen grenzen trekken, waarom mensen de wereld splitsen. Sinds enige maanden verzamelen wij unity in zoveel mogelijk talen, zie bovenstaand filmpje. Bijdragen zijn nog steeds welkom (versturen naar info at ardvanderlinden.com).

Het concept land heeft in onze ogen een belangrijke cultuur-historische en geografische betekenis, maar wij kunnen anno 2012 toch niet anders dan concluderen dat de huidige landsgrenzen enkel eenheid en vrijheid verhinderen. Politiek en economisch zijn landen slechts machtsmiddelen. Wij leven momenteel allemaal in een wereld waar geld, goederen en dieren vrijer zijn dan mensen. Vossen, vogels en vissen mogen wel grenzen oversteken, mensen niet. Landen en grenzen zijn puur menselijke concepten die de eenheid van het leven ondermijnen en de grootste veroorzakers voor ongelijkheid, ongeluk en strijd zijn. De ongelijkheid per land is tientallen malen groter en erger dan de ongelijkheid van geslacht of geloof. Landen ontnemen ons vrijheid en bemoeilijken gelijke kansen. De boeddhist Dzongsar merkt in zijn boek Wanneer ben je een boeddhist? op:

“Naties jagen op grote schaal geluk en de beëindiging van lijden na, door om territorium, olie, ruimte, financiële markten en macht te vechten. Ze voeren preventieve oorlogen om verwacht lijden vóór te zijn.”

Het lijden uitbannen lukt echter niet. Staten falen. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is misschien wel het voorbeeld bij uitstek van het falen van staten en het gebrek aan daadkracht. Deze Verklaring is in 1948 aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. 64 jaar later concluderen wij de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens weinig meer is dan een papieren belofte, een illusie. Het lijkt er sterk op dat landen niet meer van deze tijd zijn. Aristoteles zei ruim tweeduizend jaar geleden:

“De staatsvorm moet zich richten naar de behoefte van de wereldgemeenschap en de betreffende tijd.”

 Wij stellen dat het eind van landen nabij is. Een wereldgemeenschap met regionale economieën waar mensen vrij, duurzaam en rijk kunnen leven is mogelijk en ligt binnen handbereik. Landen en grenzen dienen overwonnen te worden om eenheid en vrijheid te bereiken.

Shoppen

Vandaag liep ik met fototoestel door Amsterdam. Wederom was ik verbaasd hoe wij allemaal constant worden verleid om te kopen. Overal staan prachtige reclameboodschappen. Overal beloftes dat door spullen te kopen onze levens beter zullen worden. Bij diverse bedrijven – zoals Manfield en Starbucks – kunnen wij door te kopen zelfs bijdragen aan het oplossen van wereldproblemen. Geweldig. Shoppen is de oplossing voor alles.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Jean Baudrillard (1929 – 2007) stelde vierenveertig jaar geleden in zij boek Le système des objets dat de sociale orde wordt beheerst door consumptie.Vrij zijn in zo’n orde betekent dat mensen vrij zijn om hun wensen te projecteren op de geproduceerde goederen. Nog steeds is dit zo. Onze vrijheid bestaat eruit dat wij mogen kopen wat we willen.

De afgelopen decennia is consumptie steeds meer een actieve en creatieve bezigheid geworden. Op sociale netwerksites zie ik dat mensen shoppen als hobby beschouwen. Ook het leuk inrichten van je huis is een hobby en zelfs een professioneel beroep. Tevens bestaan er personal shopping assistants. Ik ken diverse mensen die spullen kopen om zich lekker te voelen. Shoppen lijkt alle problemen op te lossen. Het verkrijgen van goederen is echter geen levensdoel. Shoppen misleidt ons. Het is zelfs niet overdreven te stellen dat shoppen gevaarlijk is. Overconsumptie is een van de grootste bedreigingen op deze planeet. Ik laat mij niet langer verleiden. Het kan anders. There is life after shopping.

IJslandse opstand als voorbeeld

In IJsland zijn burgers na de economische crash in opstand gekomen tegen banken en tegen de eigen regering. Het resultaat na vier jaar is verbluffend: een nieuwe grondwet is geschreven, corruptie is aangepakt, bankiers berecht, er is meer democratische participatie, macht wordt gedeeld in plaats van gecentraliseerd, de wisdom of crowds wordt gebruikt om betere besluiten te nemen, en bovendien hebben de inwoners van Ijsland niet hoeven opdraaien voor de bankschulden.  De documentaire Pots, Pans and Other Solutions geeft een aardig beeld van de opstand en laat zien dat er andere oplossingen mogelijk zijn.

Hoe anders is het in Nederland. Wat verandert er weinig. Wij hervormen nauwelijks, terwijl wij  best wel weten dat drastische veranderingen noodzakelijk zijn om een duurzame, democratische en solidaire samenleving te realiseren. Nog steeds wordt vrijheid in Nederland gebruikt zonder verantwoordelijkheid. Nog steeds worden politieke beslissingen genomen door commerciële bedrijven. Zo is onze geldcreatie bijvoorbeeld nog steeds in handen van winstmaximaliserende banken. Het debat is zelfs nog niet geopend. Dit moet (en kan) anders.

Wij kunnen een hoop leren van IJsland. In de documentaire wordt gesteld dat de dreiging van een revolutie de enige manier is om machthebbers te dwingen macht te delen en hervormingen door te voeren. Het mag duidelijk zijn dat bestaande machten niet snel hun positie zullen opgeven. Het is tijd om wakker te worden en in actie te komen. Het is tijd om zelf na te denken in plaats van denken uit te besteden aan machthebbers. Zonder kritisch bewustzijn, geen verandering.

Verstarde machtsverhoudingen

Verstarde machtsverhoudingen zijn het belangrijkste probleem in onze samenleving: zij zorgen ervoor dat de strijd om vrijheid gestaakt wordt. Dit is niets nieuws, de Oude Grieken wisten al dat overheersing periculeus is. Zo werd van 506 tot 415 voor Christus in de Atheense democratie ostracisme toegepast om overheersing te voorkomen en de strijd voort te laten gaan. Ostracisme was een stemprocedure in de volksvergadering om politieke leiders die men te machtig vond voor tien jaar te verbannen. Het werkte heel eenvoudig: je kon de naam van een politiek leider op een stuk gebroken aardewerk schrijven, indien er minimaal 6.000 stuks waren beschreven, werd de persoon voor tien jaar verbannen uit Athene. Wel behield deze persoon zijn bezittingen en burgerrechten.

Laten we eens naar macht in onze eigen tijd kijken. Onmiddelijk valt op dat vele machtsverhoudingen verstard zijn. Met name economische machtsverhoudingen veranderen nauwelijks: sinds jaar en dag heersen dezelfde bedrijven in kernsectoren als energie, bankieren, transport en voedsel. In feite zijn vele markten oligopolies – een oligopolie is situatie waarin een klein aantal producenten de markt beheerst -. Wij kennen tegenwoordig zelfs vele bedrijven die zo machtig zijn dat zij too big to fail worden genoemd. Dit alles uiterst dubieus. Een quote van William Godwin (1756- 1836) om dit te verhelderen:

“De accumulatie van bezit ondermijnt de kracht van het denken, de vonk van het genie wordt erdoor gedoofd, het merendeel van de mensen verdrinkt daardoor in miezerige zorgen. De rijke verliest zo de beste en krachtigste drijfveer.”

Te grote partijen zijn dus het probleem; zij strijden niet, maar overheersen. Wat moet er gebeuren? Michel Foucault (1926 – 1984) merkt op:

“Je verzetten tegen overheersing, dat is vrijheid.”

Eigenlijk zou iedereen der Wille zur Macht moeten laten spreken. Indien dat gebeurt, is er geen onderdrukking meer, maar zijn er nog slechts machtsverhoudingen waarin eenieder constant de mogelijk heeft te ontsnappen. Een constante strijd om vrijheid betekent constante vrijheid. Het doel is niet dat iemand de beste wordt, maar het doel is voortdurende omkering van voorsprong, zodat mensen steeds hoger komen. Het is belangrijk te beseffen is dat de strijd moet blijven voortduren en dus kan niet gericht zijn op de vernietiging van de (tegenst)ander.

In mijn ogen is het ons gezamenlijke doel om een wereldgemeenschap van vrije individuen te stichten. Overheersing mag hierin geen rol spelen, want overheersing betekent een beperking van vrijheid. Wij mogen nooit vergeten dat macht en overheersing van elkaar verschillen. Macht zal altijd bestaan; het betreft de invloed die mensen in relaties op elkaar uitoefenen. Overheersing dient echter bestreden worden. Herbert Marcuse (1898 – 1979) stelt:

“Waar het om gaat is niet zozeer, wie er heerst, maar hoe men de heersenden beïnvloedt en onder controle brengt.”  

Vele denkers uit het verleden, zoals Heraclitus, Hobbes, Nietzsche, Freud, Schopenhauer en Darwin hebben de wereld voorgesteld als een gevecht om macht, in feite bedoelden zij dat iedereen vrijheid wil bereiken. Dit kan in een wereld waar machtsverhoudingen niet verstard zijn. Er moet nog veel veranderen om dit te bereiken, maar het moet.Wij zullen ook een manier vinden om economisch te machtigen aan te pakken.

Het liberale dwaalspoor

Mark Rutte wil werken belonen kopt de Telegraaf vandaag. D66 pleitte onlangs voor een herinvoering van de 40-urige werkweek. Liberalen zijn de weg kwijt: hun opvatting van vrijheid is scheef, ouderwets en eigenlijk helemaal niet liberaal. Hun vrijheid is zelfs gevaarlijk. Overconsumptie is anno 2012 namelijk een serieus probleem.

Weet u dat het vandaag Earth Overshoot Day is? Vandaag is de dag dat de mensheid wereldwijd net zoveel van de Aardse grondstoffen, voedingswaren, en dergelijke heeft opgebruikt als wat de Aarde in één jaar tijd kan genereren. Dit betekent dat we de rest van 2012 op de pof leven, ten koste van jongeren en volgende generaties. Meer informatie is te vinden op de website van het Global Footprint Network.

In plaats van meer werken en meer geld, zouden liberalen moeten streven naar minder werken en meer vrije tijd. Naar een andere vorm van vrijheid dus. Rutte en Pechtold zouden de Nederlandse bevolking moeten vertellen dat onze hedendaagse overactiviteit leidt tot de uitputting van de natuurlijke hulpbronnen, tot continue schaarste, tot onduurzaamheid en dat indien de gehele mensheid maximaal produceert, de aarde ontploft. Het is niet overdreven te stellen dat wij – de mensheid – dienen te kalmeren om te overleven. Helaas zijn wij – en met name liberalen – te angstig om toe te geven dat wij op het verkeerde spoor zitten en dat business as usual geen optie meer is. Liberalen durven niet van richting te veranderen en te kiezen voor meer vrije tijd; zij zijn star, dogmatisch en conservatief; zij zijn schijnliberalen.

Het lijkt mij logisch dat dankzij wetenschap en techniek hard werken veel minder nodig is dan vroeger. Dit is goed nieuws: het betekent dat wij veel vrije tijd kunnen hebben. Vele filosofen uit het verleden zoals Socrates, Spinoza, Lao Tse, Boeddha, Confucius, Krishnamurti, Schopenhauer, Nietzsche en zelfs Adam Smith zagen een vorm van rust al als hoogste goed in het leven. Een pleidooi voor minder werken is dus niets nieuwss

Twee voorspellingen. In 1930 schreef econonoom John Maynard Keynes een essay met de titel Economic possibilities for our grandchildren. Hij dacht dat mensen door de stijging van de productiviteit tegen het eind van de 20e eeuw nog maar twee dagen per week zouden werken en dat de menselijke soort geen schaarste meer zou kennen door de technologische vooruitgang. Hij verwachtte dat de voordelen van productiviteit zouden worden omgezet in meer vrije tijd. Twee jaar later schreef Bertrand Russel het essay In Praise of Idleness waarin hij stelt dat er veel te veel werk in de wereld gedaan is, dat er enorme schade is veroorzaakt door de overtuiging dat werk deugdzaam is en dat wat moet worden gepredikt in de moderne industriële landen heel anders is dan wat er altijd gepredikt. Hij vroeg zich hardop af hoe mensen een dag dienen in te vullen indien mensen nog maar 4 van de 24 uur werken. Zijn voorspelling was een explosie van wetenschap, filosofie, kunst en goede ideeën indien alle mensen minder zouden werken.

Doorgaan met het lezen van “Het liberale dwaalspoor”

Geld bepaalt ons wereldbeeld

Vraag iemand waarom hij of zij iets niet doet en na een paar keer ‘waarom?’ is het antwoord nagenoeg altijd ‘geld’. Geld is in onze hedendaagse samenleving vaker een hindernis dan een middel om onze doelen te bereiken. Geld maakt ons eerder onvrij dan vrij. Dit komt, omdat schaarste is ingebouwd in het huidige geldsysteem. Wat zijn de kenmerken van ons huidige geldsysteem?

1) Geld hoort bij een natie (of groep van naties).

2) Al het geld is fiat geld.

3) Geld = Schuld en wordt door private banken gecreëerd.

4) Op nagenoeg alle schuld wordt rente geheven.

Rente zorgt voor een constante druk op de maatschappij om te groeien. Zonder groei kan niet iedereen voldoen aan zijn renteverplichtingen en neemt het aantal faillissementen en wanbetalers toe.

Daarnaast zien wij onszelf door geld als afgescheiden eenheden, terwijl alles – werkelijk alles – met elkaar verbonden is. Financiële onafhankelijkheid is een bedrieglijke vorm van onafhankelijkheid; zij negeert de afhankelijkheid van mensen onderling en de menselijke afhankelijkheid van de natuur. Desmond Tutu gebruikt de Zuid-Afrikaanse uitdrukking Ubuntu om onderlinge verbondenheid te omschrijven:

“One of the sayings in our country is Ubuntu – the essence of being human. Ubuntu speaks particularly about the fact that you can’t exist as a human being in isolation. It speaks about our interconnectedness. You can’t be human all by yourself, and when you have this quality – Ubuntu – you are known for your generosity. We think of ourselves far too frequently as just individuals, separated from one another, whereas you are connected and what you do affects the whole World. When you do well, it spreads out; it is for the whole of humanity.”

Zonder aanpassing van ons geldsysteem zal ons wereldbeeld niet veranderen en zullen de crises niet weggaan. Gelukkig is het neoliberalisme bijna definitief failliet en staat het huidige geldsysteem op wankelen. Dit biedt mogelijkheden voor andere waardesystemen, systemen die ons bevrijden in plaats van vangen.

Charles Eisenstein vraagt zich in onderstaand filmpje terecht af: ‘When do we give up the game?’  Laten we daar allemaal eens over na denken, alleen en met elkaar. Het kan (en moet) anders!